Het virus SARS-CoV-2 is toegevoegd als risicogroep 3 van biologische agentia
Richtlijn 2020/739 werd op de valreep omgezet door België in de Codex Welzijn.
De bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan biologische agentia op het werk wordt geregeld in boek VII van de codex over het welzijn op het werk, die vnl. een uitvoering is van Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan biologische agentia op het werk (PB L 262 van 17-10-2000). Deze richtlijn heeft tot doel de werknemers te beschermen tegen gevaren voor hun gezondheid en veiligheid die zich tijdens hun werk door blootstelling aan biologische agentia voordoen of kunnen voordoen en dergelijke gevaren te voorkomen.
Overeenkomstig artikel VII.1-3 van de codex worden biologische agentia in vier risicogroepen ingedeeld, naargelang van het risico van infectieziekte dat zij met zich meebrengen:
1° groep 1: agens waarvan het onwaarschijnlijk is dat het bij de mens een ziekte kan veroorzaken;
2° groep 2: agens dat bij de mens een ziekte kan veroorzaken en een gevaar voor de werknemers kan opleveren; het is onwaarschijnlijk dat het zich onder de bevolking verspreidt; er bestaat gewoonlijk een effectieve profylaxe (= behandeling om een ziekte te voorkomen) of behandeling;
3° groep 3: agens dat bij de mens een ernstige ziekte kan veroorzaken en een groot gevaar voor de werknemers kan opleveren; er is een kans dat het zich onder de bevolking verspreidt, doch gewoonlijk bestaat er een effectieve profylaxe of behandeling;
4° groep 4: agens dat bij de mens een ernstige ziekte veroorzaakt en een groot gevaar voor de werknemers oplevert; er is een grote kans dat het zich onder de bevolking verspreidt; gewoonlijk bestaat er geen effectieve profylaxe of behandeling.
De lijsten van deze biologische agentia en hun classificatie voor de groepen 2, 3 en 4 zijn opgenomen in bijlage VII.1-1 (bijlage III bij Richtlijn 2000/54/EG).
Deze lijsten worden regelmatig gewijzigd om rekening te houden met de meest recente kennis op het gebied van de wetenschappelijke en epidemiologische ontwikkeling die heeft geleid tot significante veranderingen, waaronder het bestaan van nieuwe biologische agentia. Zo werden het SARS- en het MERS-virus, beide coronavirussen, toegevoegd in oktober 2019 aan risicogroep 2.
Het virus SARS-CoV-2 dat de uitbraak van COVID-19 veroorzaakte, vertoont grote overeenkomsten met het SARS-virus en het MERS-virus. Het verdient dan ook aanbeveling om SARS-CoV-2 ook aan bijlage III bij Richtlijn 2000/54/EG toe te voegen meer bepaald onder risicogroep 3 gezien het risico dat dit virus met zich meebrengt. Dit om te zorgen voor een continue adequate bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk.
Deze toevoeging was voorzien bij Richtlijn (EU) 2020/739 van de Commissie van 3 juni 2020 tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opneming van SARS‐CoV‐2 in de lijst van biologische agentia waarvan bekend is dat zij bij de mens infectieziekten kunnen verwekken, en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1833 van de Commissie C/2020/3509 (PB L 175 van 4.6.2020), die in werking trad op 24 juni 2020.
De lidstaten hadden uiterlijk tot 24 november 2020 om aan de Richtlijn 2020/739 voldoen. België haalt de deadline met het KB van 23 november 2020. SARS-CoV-2 is toegevoegd aan de lijst van biologische agentia onder categorie 3 (bijlage VII.1-1 codex welzijn). Dit houdt ook in dat een aantal preventie- en beheersingsmaatregelen zullen genomen moeten worden tegen het COVID-19-virus, overeenkomstig de bepalingen van de codex.
Dit heeft ook een invloed op de arbeid van jongeren en kan in die zin onrechtstreeks ook een impact hebben op de vakantiejobs . Dit werd al voorspeld door het op LinkedIn gepubliceerde artikel van Edelhart Kempeneers, medisch directeur bij Attentia.
Redactie INNI