Het inzetten van sneltests COVID-19 in ondernemingen

 08/04/21

 COVID-19

Het FOD WASO heeft een kader uitgewerkt, in navolging van de beslissing van de regering en het coronacommissariaat.

Een test dat niet naar het labo moet worden gestuurd om een resultaat te geven is een 'sneltest'.

Sneltests mogen gebruikt worden in ondernemingen in drie scenario's. Het is aan de preventieadviseur-arbeidsarts om te oordelen of het gebruik ervan zinvol is. Enkel arbeidsartsen zijn bevoegd om de kits voor sneltests aan te vragen.

SCENARIO 1: clusterbeheer

We spreken van een clusteruitbraak bij 2 of meer besmettingen binnen een periode van 14 dagen. Er is een mogelijk verband met elkaar en de infectiebron ligt vermoedelijk op het werk?

Om een (dreigende) uitbraak onder controle te houden en in te dijken. De termijn en frequentie worden bepaald in functie van het aantal nieuw vastgestelde besmettingen (vb. 2 keer per week voor termijn van 4 weken).

De arbeidsarts neemt de beslissing in overleg met de werkgever en met inachtneming van het sociaal overleg.

Sneltesten kunnen in deze situaties gebruikt worden bij de laagrisicocontacten of om ruimer dan de cluster te testen in een bedrijf. Hoogrisicocontacten moeten in principe in quarantaine en worden getest met PCR-testen.

SCENARIO 2: op basis van risicobeoordeling (preventief)

In deze situatie zijn er geen aanwijzingen van een actuele clusteruitbraak. Hier gelden er strikte (cumulatieve) voorwaarden:

  • Het profiel van de onderneming (aanwezigheid van een cluster in het verleden bv.)
  • De aard van de activiteiten waarbij een hoge incidentie is vastgesteld tijdens de vorige periode (onmogelijkheid om contacten op het werk te beperken)
  • Een verhoogde viruscirculatie in de regio (>250 bevestigde gevallen/100.000 inwoners)
  • Wanneer een werknemer een hoog risico kan hebben op virusoverdracht (aantal contacten per dag, social distancing kan niet nageleefd worden, fysiek werk met een ruimere verspreiding van aerosolen, ...)

De arbeidsarts pleegt desgevallend overleg met de regionale gezondheidsinspecteur en/of de arts-sociaal inspecteur van de AD Toezicht Welzijn op het werk. Dit scenario geldt niet voor telethuiswerkers.

SCENARIO 3: test opgelegd door de arts-sociaal inspecteur

Dit gebeurt in het kader van clusterbeheer (zeer ernstige inbreuken tegen de naleving van preventieve maatregelen) of als extra maatregel om de overdracht van het virus te bestrijden . De inspecteur bepaalt de specifieke tijdstippen en duur.

Belangrijk:

  • Een negatief testresultaat niet noodzakelijk wil zeggen dat men niet besmettelijk is. Personen met een relatief lage virale load worden niet gedetecteerd.
  • Voor reeds gevaccineerde werknemers zal een sneltest allicht weinig positieve gevallen opleveren, omdat een lagere virale load minder snel detecteerbaar is.
  • Een werknemer geeft steeds zijn toestemming voor de sneltest. Dit gebeurt op vrijwillige basis.
  • De privacy bij de verwerking van gezondheidsgegevens wordt verzekerd bij elke stap in de teststrategie.
  • Het inzetten van tests sluit de verdere naleving van de preventiemaatregelen niet uit.
  • Sneltesting mag ook geen middel zijn om een afwijking te verkrijgen op de quarantaineverplichting.
  • Het inzetten van sneltests maakt geen onderdeel uit van het periodiek gezondheidstoezicht.

INNI Redactie

Het inzetten van sneltests COVID-19 in ondernemingen

Uw browser wordt niet ondersteund. Update uw browser voor meer veiligheid, snelheid en om deze site optimaal te kunnen gebruiken.