Het optimaal gebruik van een CO2-meter
De lucht van een ruimte dient voldoende kwaliteit te bieden zodat er sprake is van ‘een gezond binnenklimaat’.
Zonder afdoende ventilatie zal de kwaliteit van de lucht voortdurend afnemen omdat personen zuurstof verbruiken en kooldioxide (CO2) uitademen. We ademen maar kleine hoeveelheden uit, maar gedurende de dag kan dit in een kantoorruimte of klaslokaal geleidelijk oplopen. Door voldoende ventilatie te voorzien via de natuurlijke weg met één of meerdere open deuren of ramen, door mechanische ventilatie, of beide systemen, kan dit voorkomen worden.
CO2-meter
Om te weten of er voldoende wordt geventileerd, moeten metingen worden verricht. De CO2-concentratie is een goede indicator voor de kwaliteit van de lucht. Een goede CO2-meter kopen is niet zo gemakkelijk. Niet alle meters zijn even betrouwbaar. Bij het kiezen van een geschikte en gebruiksvriendelijke meter moet gelet worden op de volgende zes zaken:
- Type sensor: NDIR (non-dispersive infrared) CO2-sensor met single beam (externe referentie, zelf-kalibrerende functie) of dual beam (interne referentie).
- Meetfout: met een bereik van 5.000 ppm is de aanvaardbare meetfout 50 ppm, met een bereik van 10.000 ppm is dat 100 ppm
- Meetbereik: voor gezondheidsaspecten is 5.000 à 10.000 ppm voldoende, voor veiligheidsaspecten wordt vaak gewerkt met toestellen tot 20.000 ppm, tot zelfs 50.000 ppm
- Kalibratie-methode: handmatige ijkgas-kalibratie door een producttechnicus, of ABC (automatic background calibration) LogicTM
- Alarmeringsmogelijkheid: een LED-indicatie met groen, oranje en rood is handig in kantoor- of schoolomgeving
- Datalogging: uitlezen of online bekijken via de computer/smartphone
Elk toestel dat met sensoren werkt, zal na verloop van tijd of veelvuldig gebruik een afwijking (‘drift’) gaan vertonen, waardoor de meetwaardes onbetrouwbaar zijn.
Meten met CO2-meter
Correct meten is natuurlijk noodzakelijk. Hou daarom dus rekening met de volgende zaken:
Goede meetmethode |
Slechte meetmethode |
Op tafel of kast midden in de ruimte |
Naast een deur of raam |
Op 1,1 meter hoogte meten voor zittende beroepen Op 1,7 meter hoogte meten voor staande beroepen Op 1,1 meter hoogte meten voor mix van beroepen |
Persoon < 1,5 meter van toestel zodat er interferentie is tussen de direct uitgeademde lucht en de sensor |
In complexe ruimtes, niet vierkante of rechthoekige ruimtes, kan het noodzakelijk zijn om telkens centraal in elke subdeel van de ruimte te meten |
|
Vlak voor pauze of einde werkdag |
|
10 minuten wachten tot het toestel gestabiliseerd is |
CO2-meter interpretatie
De gemiddelde CO2-concentratie in de buitenlucht is in Vlaamse meetcampagnes 455 ± 50 ppm (parts per million). Deze ‘achtergrondconcentratie in de atmosfeer’ is duidelijk afhankelijk van de omgeving: op het platteland zal de concentratie lager uitvallen en in industriële gebieden wat hoger.
455 ppm |
Achtergrondconcentratie in de atmosfeer |
455-900 ppm |
Ruimtes met goede ventilatie |
900-2.000 ppm (0,2%) |
Klachten over moeheid |
2.000-5.000 ppm |
Klachten zoals hoofdpijn, slaperigheid, slechte concentratie, verhoogde hartslag of misselijkheid kunnen optreden |
40.000 ppm |
Directe schade omdat zuurstof verdrongen wordt |
60.000 ppm |
Verstoring van zicht en gehoor |
70.000 ppm |
Overlijden binnen 5 minuten bij 20,9% zuurstof |
De Codex over het Welzijn op het Werk stelt dat de CO2-concentratie gewoonlijk lager dan 900 ppm dient te blijven, met een absoluut maximum van 1.200 ppm:
“De werkgever moet de nodige technische en/of organisatorische maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de CO2-concentratie in de lokalen gewoonlijk lager is dan 900 ppm. Dit stemt overeen met een minimum ventilatiedebiet van 40 m3 per uur per aanwezige persoon. De parameter van 900 ppm is gebaseerd op een CO2-concentratie van 500 ppm boven een (algemeen aanvaarde) gemiddelde buitenconcentratie van 400 ppm.
Als de werkgever echter op basis van de risicoanalyse kan aantonen dat de werknemers een gelijkwaardige of betere bescherming genieten als gevolg van het uitschakelen of verminderen van zoveel mogelijk verontreinigingsbronnen, dan volstaat het dat de CO2-concentratie in de werklokalen gewoonlijk lager is dan 1.200 ppm, of dat er een minimum ventilatiedebiet is van 25 m3
per uur per aanwezige persoon.”
Voor klaslokalen heeft het Vlaams Agentschap voor Zorg & Gezondheid (Gezondheidsinspectie) specifieke adviezen gegeven.
Hierbij krijgen alle waardes onder de 900 ppm de term ‘groene zone’ (goede ventilatie). Wanneer de concentratie stijgt boven de 900 ppm ligt de kwaliteit in de ‘oranje zone’. Boven de 1.500 ppm wordt de ‘rode zone’ bereikt. Als de meter dus in het oranje of rood gaat, is er te weinig luchtverversing en stijgt ook het risico op luchtgebonden (airborne) virustransmissie, zoals SARS-CoV-2 (Covid-19).
De volgende waardes worden dus geadviseerd:
Groen |
< 900 ppm |
Oranje |
> 900 ppm en < 1.500 ppm |
Rood |
> 1.500 ppm |
REHVA (European Federation for Heating, Ventilation and Air Conditioning Associations) raadt echter de volgende lichtjes lagere waardes aan voor de ‘verkeerslichtindicatoren’ of visuele alarmgrenzen:
Groen |
< 800 ppm |
Oranje |
> 800 ppm en < 1.000 ppm |
Rood |
> 1.000 ppm |
Bronnen
- FOD WASO - Nieuwe regels voor de kwaliteit van de binnenlucht in werklokalen (2019)
- Onderwijs Vlaanderen - Video: Praktische tips bij gebruik van CO2-meter
- Koninklijk besluit van 2 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk inzake de binnenluchtkwaliteit in werklokalen van 2 mei 2019 (B.S. 21-5-2019)
- Agentschap Zorg en Gezondheid - Tips voor een goede CO2-meter
- FOD WASO - Keuze en optimaal gebruik van CO2-meters (COVID-19)
Zie ook
Vraag aan de experten - maart 2021: