Hoe omgaan met contractoren en (onder)aannemers in COVID-19-tijden?
De wetgeving voorziet dat afspraken moeten gemaakt worden met contractoren en (onder)aannemers op gebied van veiligheid en gezondheid. Hoe kunnen we bij contractor- en (onder)aannemingswerk deze wettelijke bepalingen toepassen op de coronapandemie?
Art. 9 van de welzijnswet (wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk - B.S. 18-9-1996) voorziet in specifieke bepalingen voor de opdrachtgevers, de contractoren en (onder)aannemers. Deze bepalingen zijn jammer genoeg niet verder uitgevoerd via koninklijk besluit, zoals bij tijdelijke of mobiele bouwplaatsen wel het geval is (zie KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – B.S. 7-2-2001).
Het voormelde artikel 9 van de welzijnswet voorziet in het verstrekken van informatie aan de contractoren en (onder)aannemers. Info over preventiemaatregelen met betrekking tot COVID-19 valt hier ook onder, zoals bijvoorbeeld specifieke maatregelen op gebied van gemeenschappelijk gebruik van arbeidsmiddelen. Ook gewijzigde evacuatieplannen zullen moeten worden gecommuniceerd aan deze contractoren en (onder)aannemers. De verzamelplaatsen zullen immers aangepast zijn aan de wijzigingen om rekening te houden met de afstandsregels. De opdrachtgever is met andere woorden verplicht om de bepalingen op gebied van COVID-19 bijkomend aan het algemeen onthaal van contractoren en (onder)aannemers te voorzien (afstandsregels, gebruik collectieve voorzieningen, belijningen, enz.) en (gezondheids)instructies te geven op gebied van COVID-19.
Hoe kunnen we bij contractor- en (onder)aannemingswerk deze wettelijke bepalingen toepassen op de coronapandemie? Afspraken met de contractoren en (onder)aannemers moeten worden gemaakt. Processen en instructies moeten worden vastgelegd. Deze kan je terugvinden in een handige checklist in onze databank.
Jan Dillen