Maatregelen op het gebied van corona dienen in overeenstemming te zijn met de missie en de visie van de organisatie
Maatregelen op het gebied van corona dienen congruent te zijn met de missie en de visie van de organisatie. Ook binnen de maatregelen dient er congruentie te zijn, en dat is dikwijls niet het geval. Bepaalde organisaties verbieden bijvoorbeeld de aanwezigheid van administratief personeel op kantoor maar het technisch personeel dient elke dag in contact te komen met een veelheid van klanten. Waar is dan de logica? Is de gezondheid van de techniekers minder belangrijk dan de gezondheid van de directie en het administratief personeel? Niet echt uit te leggen en niet echt consequent.
Nochtans beschikken deze organisaties over een missie en visie waarin de veiligheid en de gezondheid van ‘alle’ medewerkers centraal staat en wordt dit vertaald in een veiligheids- en gezondheidsbeleid gebaseerd op de missie en de visie. Wat wil dit nu allemaal zeggen? Missie en visie, normen en waarden?
De basis van een visie is waar de organisatie voor staat, bijvoorbeeld op gebied van veiligheid en gezondheid. Een visie is bijvoorbeeld een innovatieve organisatie te zijn op gebied van veiligheid en gezondheid. Deze visie weerspiegelt zich in normen en waarden. Zo is respect voor alle werknemers, zowel eigen als interims of contractoren, een belangrijke norm en waarde. Uit deze normen en waarden resulteert het belang voor de veiligheid en de gezondheid en het gewenste gedrag. Dit belang voor de veiligheid en gezondheid wordt geëxpliciteerd in een veiligheids- en gezondheidsbeleid op basis van deze normen en waarden. In dit veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt dan niet enkel aandacht besteed aan de eigen werknemers maar ook aan de werknemers van derden. Wat op zich weer resulteert in acties om het veiligheids- en gezondheidsniveau van contractoren en onderaannemers op hetzelfde niveau te plaatsen als dat van de eigen werknemers.
Normen en waarden worden niet enkel door de organisatie bepaald. Organisaties zijn ingebed in een sector en een geografische ligging. Veiligheid, gezondheid en gewenst gedrag verschillen nu éénmaal in China ten opzichte van Europa of Amerika. En deze globale normen en waarden hebben een invloed op de normen en waarden van de organisatie en van de individuele werknemers. Deze normen en waarden – globaal, organisatie en individueel – staan dan ook nog met mekaar in interactie. Het bereiken van deze normen en waarden is slechts mogelijk indien werknemers betrokken worden in besluitvormingsprocessen en de te nemen acties, en niet enkel in enkele marginale aspecten. Besluitvorming en acties bepalen het gedrag.
Een organisatie die in de missie en visie stelt dat de organisatie staat voor het garanderen van de veiligheid en gezondheid van de werknemers, zal de werknemers moeten betrekken. In eerste instantie bij de missie en visie zelf en in tweede instantie bij het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Op operationeel vlak zullen werknemers betrokken worden bij de risicoanalyse en -evaluatie, het onderzoek van arbeidsongevallen en incidenten maar ook bij de maatregelen op het gebied van corona. Organisaties die dit enkel doen via het comité preventie en bescherming, beschikken over een minder mature veiligheidscultuur. Indien de veiligheid en gezondheid als een belangrijk onderdeel van de missie en de visie wordt vooropgesteld, maar tegelijkertijd de werknemers niet worden betrokken bij de corona-maatregelen, is er cognitieve dissonantie. Er is een verschil tussen wat de organisatie zegt en wat de organisatie doet. Dit wordt natuurlijk best vermeden. Eigen aan een sterke veiligheidscultuur is de overeenkomst of congruentie tussen missie en visie, beleid, acties en de betrokkenheid van de werknemers bij de uitvoering van de coronamaatregelen.
De missie en visie of ‘dat waar de organisatie voor staat op gebied van veiligheid en gezondheid’ wordt uitgebreid uitgelegd in https://www.innipublishers.com... . Het model van veiligheidscultuur met de drie lagen artefacten (laag 1), normen en waarden (laag 2) en onderliggende aannames (laag 3), wordt hierin uitgebreid uitgelegd.
Jan Dillen