nieuwsoverzicht 13 tot 17 mei 2024 (wk 21)

I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING

A. Koninklijk besluit tot wijziging van boek VIII van de codex over het welzijn op het werk met betrekking tot ergonomie op het werk en preventie van MSA

Op 15 mei 2024 verscheen het K.B. tot wijziging van boek VIII van de codex over het welzijn op het werk met betrekking tot ergonomie op het werk en preventie van MSA in het Belgische Staatsblad.

In art. I.1-4 worden vier extra termen opgenomen:

• De preventieadviseur-ergonoom
• Ergonomie op het werk
• Musculoskeletale aandoeningen (MSA)
• Musculoskeletale risico’s op het werk

Verder wordt boek VIII gewijzigd en betreft dit voortaan “Ergonomie op het werk en preventie van MSA”. Er worden nieuwe artikels ingevoegd waarin onder meer bepaalt wordt dat de werkgever een riscioanalyse MSA dient uit te voeren (art. VIII.1-1 en VIII.1-3), de nodige preventiemaatregelen moet nemen op basis van die risicoanalyse (art. VIII.1-4), opleiding moet voorzien (art. VIII.1-5) en de werknemers onderworpen worden aan gezondheidstoezicht (art. VIII.1-6).

De voormalige art. VIII.1-1 tot VIII.1-4 worden vernummerd.

Bron: K.B. 19-3-2024 (B.S. 15-5-2024)

II. OVERIGE NIEUWSITEMS

A. Aantal arbeidsongeschikten stijgt

Het aantal arbeidsongeschikten blijft sinds het begin van de jaren 2000 toenemen. Dat blijkt uit een recent artikel van de Nationale Bank van België. Zij tellen eind 2022 ongeveer 472 000 arbeidsongeschikte loontrekkenden.

Het gemiddelde gezondheidsniveau is dan wel beter, toch komen steeds meer mensen in het stelsel van ziekte- en invaliditeitsverzekering terecht. Dit is te wijten aan de vergrijzing van de beroepsbevolking.

Verder blijkt dat arbeiders meer risico hebben op arbeidsongeschiktheid en dat het risico ook groter is in sectoren zoals de logistiek, de industrie, de schoonmaak, …

In het artikel zet men de re-integratie nog eens in de schijnwerpers. Het is belangrijk dat alle betrokken partijen hier aan bijdragen. Men benadrukt in dit kader ook dat het van groot belang is dat re-integratie vroeg wordt opgestart. Hierdoor zou dit traject succesvoller zijn.

Bron: BeSWIC

B. Foresight-projecten EU-OSHA

Ons werk en onze werkplek evolueren voortdurend en dat brengt ook nieuwe risico’s en uitdagingen wat VGW betreft met zich mee.

Om op deze technologische, ecologische, maatschappelijke, politieke en economische veranderingen in te spelen zijn er de foresight-projecten van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk.

Er wordt gefocust op vier thema’s:

• Ontwikkelingen in ICT en digitalisering van werk
• Circulaire economie en de gevolgen ervan voor VGW
• Groene banen en de veiligheid en gezondheid van de werknemers
• Omgaan met nanomaterialen op de werkplek

Een informatieve flyer over deze projecten vind je hier.

Bron: BeSWIC

C. Generaties en mentale gezondheid

Wanneer er over de werknemers gesproken wordt, worden ze vaak onderverdeeld in generaties (‘Boomers’, ‘Millenials’, ‘Gen-Z’ers’). TNO onderzocht aan de hand van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden of deze onderverdeling wel van belang is.

Wat de ontwikkeling van burn-out betreft is het opvallend dat leeftijd hier invloed op heeft ongeacht de generatie. (Rond de 30 jaar zijn er relatief veel klachten.) Toch zijn andere omstandigheden zoals persoonskenmerken of tijdsdruk van groter belang bij de ontwikkeling van burn-out.

Verder blijken ook periode-effecten (effecten van de tijd waarin men leeft) belangrijk te zijn. Zo blijkt dat alle generaties het de laatste jaren moeilijker hebben en dat de werknemers belang hechten aan verschillende werkaspecten.

Ten slotte blijkt ook dat binnen de verschillende generaties vaak ook nog een verschil zit afhankelijk van leeftijd.

Het al dan niet tot een bepaalde generatie behoren, blijkt dus niet zo relevant om beleid op af te stemmen. Andere factoren, zoals leeftijd, zijn veel belangrijker.

Bron: TNO

D. Afwezigheidsbarometer

Uit de afwezigheidsbarometer van Acerta Consult blijkt dat het productiviteitsniveau hoger ligt dan de voorbije jaren. Meer dan 83% van de werkbare uren in 2023 werden effectief gepresteerd. Ten opzichte van 2022 is dat 0,8% meer. Iemand die voltijds werkt, was in 2023 zo’n 208 dagen effectief aan het werk.

Wie afwezig was, was dat meestal in het kader van ziekteverzuim. In 2023 werden er gemiddeld 20 dagen niet gepresteerd omwille van ziekte. Hoewel dit een lichte daling betekent, blijft het de belangrijkste reden voor afwezigheid.

Het ziekteverzuim is vooral een probleem bij grote ondernemingen. Daar gaat het vaak om dubbel zoveel ziekteverzuim dan bij de kleinere werkgevers.

Op gebied van sectoren zijn het vooral de overheid, het onderwijs en de social profit waar nog werk aan de winkel is. Daar kunnen de werkgevers vaak 10% van de tijd niet op hun werknemers terugvallen.

Bron: Acerta

III. PRAKTISCHE INFORMATIE

Op donderdag 6 juni 2024 tussen 12u en 13u lanceert INNI publishers een webinar rond het thema UV-straling. Dit webinar zal worden gepresenteerd door experts in het vak Gwin Steenhoudt & Paul van Delft.

Gratis inschrijven kan via deze link.