nieuwsoverzicht 15 tot 19 jul 2024 (wk 30)
Nieuw: verordening (EU) 2024/1689 / Nieuw: Richtlijn (EU) 2024/1760 / Nieuwe versie machinerichtlijn / Automatisering en VGW in de gezondheidszorg / Beleidsnota EU-OSHA: digitaalplatformwerk / Grote vakantie? Niet voor iedereen
I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING
A. Nieuw: verordening (EU) 2024/1689 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 tot vaststelling van geharmoniseerde regels betreffende artificiële intelligentie en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 300/2008, (EU) nr. 167/2013, (EU) nr. 168/2013, (EU) 2018/858, (EU) 2018/1139 en (EU) 2019/2144, en de Richtlijnen 2014/90/EU, (EU) 2016/797 en (EU) 2020/1828 (verordening artificiële intelligentie)
Ze was al langer aangekondigd, maar nu is ze ook gepubliceerd in het Europees Publicatieblad: de AI-verordening.
In eerdere nieuwsbrieven gaven we al een overzicht van de belangrijkste bepalingen. We hernemen deze hier.
De verordening deelt de soorten artificiële intelligentie in op basis van risico. Afhankelijk van de risicogroep gelden er andere verplichtingen. Zo is er in het geval van een beperkt risico enkel een lichte transparantieverplichting. AI-systemen met meer risico’s kennen heel wat meer verplichtingen of worden zelfs verboden. Tot de laatste categorie behoren onder meer systemen voor cognitieve gedragsmanipulatie en social scoring. Ook systemen waarbij geprofileerd wordt op basis van ras, religie of seksuele geaardheid zijn verboden.
In de verordening worden ook AI-geletterdheid, governancebepalingen, gedragscodes, … opgenomen.
De inwerkingtreding is vastgelegd op 2 augustus 2024. De verordening is van toepassing vanaf 2 augustus 2026.
Bronnen:
- Eur-lex
- Prebes
B. Nieuw: Richtlijn (EU) 2024/1760 inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 en Verordening (EU) 2023/2859
Op 5 juli 2024 verscheen Richtlijn (EU) 2024/1760 in het Europees Publicatieblad. Deze richtlijn biedt een kader betreffende passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid. Er worden voorschriften vastgesteld om feitelijke of potentiële negatieve effecten op de mensenrechten en milieu aan banden te leggen.
Art. 2 van de richtlijn bepaald op welke ondernemingen ze van toepassing is.
Wat onder ‘passende zorgvuldigheid’ verstaan moet worden, is uitgelegd in art. 5 en 6. De richtlijn legt verder vast op welke manier men feitelijke en potentiële risico’s dient vast te stellen, hoe men aan preventie dient te doen, hoe men feitelijke risico’s dient te stoppen en herstellen. Verder wordt in art. 14 een klachtenprocedure omschreven.
Art. 22 buigt zich specifiek over de bestrijding van klimaatverandering.
In art. 27 wordt de bevoegdheid tot het voorzien van sancties voor het niet-naleven van de verplichtingen aan de lidstaten gegeven. Zij moeten doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties voorzien.
De omzetting naar Belgisch recht van deze richtlijn dient te gebeuren tegen uiterlijk 26 juli 2026. De inwerkingtreding van de richtlijn is 20 dagen na publicatie in het Publicatieblad, 25 juli 2024.
Bron: Eur-lex
II. OVERIGE NIEUWSITEMS
A. Nieuwe versie machinerichtlijn
De machinerichtlijn werd aangepast in 2024. Deze richtlijn regelt het op de markt brengen van machines. Er verscheen een nieuwe versie 2.3 waarin de mogelijkheid voor digitale instructies werd opgenomen, evenals aan welke voorwaarden deze moeten voldoen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de gebruiksaanwijzingen, de EG-verklaring van overeenstemming, de inbouwverklaring en de montagehandleiding. Dit is de meest recente herziening van deze gids.
Je kan de volledige gids raadplegen via deze link. (Uitsluitend in het Engels beschikbaar.)
Bron: Beswic
B. Automatisering en VGW in de gezondheidszorg
De gezondheids – en sociale zorg is een van de belangrijkste werkgevers binnen Europa. Het onderzoeksproject ‘Veiligheid en gezondheid op het werk’ (VGW) heeft als doel om kennis te vergaren over de uitdagingen die deze sector met zich meebrengt. Hierbij wordt er gekeken naar de gezondheid en het welzijn van de burgers, maar ook op economisch vlak is deze sector essentieel.
Dit project sluit aan bij de Europese strategieën. Het richt zich op verschillende onderzoeksgebieden waaronder de digitalisering. Deze ontwikkeling van die nieuwe technologieën heeft de laatste jaren doorgezet.
Door het Europees Agentschap werd daarom een nieuw rapport gemaakt waarbij het gebruik van artificiële intelligentie en geavanceerde robotica wordt belicht binnen de sector gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. De lichamelijke en psychosociale risico’s kunnen verminderd worden bij artsen door op AI gebaseerde systemen. Zo kunnen technologische toepassingen zoals onder andere robots helpen bij het tillen en verplaatsen van patiënten of bij het vaststellen van hun diagnose. Op die manier wordt de fysieke vermoeidheid, de werkdruk en de stress verminderd. Dit is van belang door de stijgende vraag naar zorgdiensten door de vergrijzing van de bevolking, die ook een langere levensverwachting hebben.
Hoewel hier ook risico’s aan verbonden zijn, voornamelijk psychosociale klachten of door de intensivering van het werk, bv. een burn-out. De psychosociale klachten situeren zich voornamelijk bij de gezondheid en veiligheid op het werk, maar ook de angst voor banenverlies speelt een belangrijke rol. Een andere uitdaging is dat werknemers zich noodzakelijk moeten omscholen.
Aangezien deze risico’s verbonden zijn aan AI gebaseerde robotsystemen moet er steeds gewerkt worden met ‘human-in-command’-benadering, waarbij werknemers deze automatisering in hun voordeel kunnen gebruiken en de controle over hun werkproces kunnen behouden.
Je kan het volledige verslag (in het Engels) terugvinden via deze link.
Bronnen:
- Beswic
- EU-OSHA
C. Beleidsnota EU-OSHA: digitaalplatformwerk
Meer dan 28 miljoen mensen in de EU werken via digitale platforms. Onder platformwerkers vallen alle mensen die betaalde arbeid verrichten op of via een onlineplatform. Deze sector wordt beschouwd als een van de snelst groeiende werkvormen.
Voor deze platformwerkers werden er beleidsinitiatieven opgesteld om de veiligheid en de gezondheid op het werk te kunnen vormgeven en de werkomstandigheden te verbeteren. Dit is noodzakelijk door de hiaten in deze werkvorm. Zo worden veel werknemers verkeerd geclassificeerd. Dit zien we voornamelijk bij de leveringssector of bij de zelfstandigen. Er worden zelfs werknemers vaak niet aangenomen door het online platform, maar door een onderaannemer. Op deze manier is het moeilijker voor deze werknemers om te wijzen naar hun rechten. Zo kan eenzelfde platform ook werken onder verschillende werkmodellen in hetzelfde land. Binnen de woon-werkverhouding en de verloning zijn er ook hiaten terug te vinden.
Tot op heden zijn er internationaal geen specifieke voorschriften voor platformwerk. In deze nieuwe beleidsnota’s worden oplossingen gezocht door landen binnen de Europese Unie en initiatieven ontwikkeld zoals het Fairwork-project. Bij dit project bekijkt men via AI algoritmes naar de noden van alle mensen die tot de organisatie behoren. De inspanningen van Spanje en Italië zijn er voornamelijk op gericht om arbeidsomstandigheden van de platformwerkers te verbeteren, zoals inzake het minimumloon van bezorgers. We kunnen ook een nieuwe EU-richtlijn terugvinden waarbij er een minimumniveau is ingesteld voor de bescherming van de werknemers. Ook kunnen we in de beleidsnota’s beleidswijzingen terugvinden waar nog steeds maatregelen nodig zijn, ondanks de nieuwe ontwikkelingen.
De beleidsnota kan je hier terugvinden. (Uitsluitend beschikbaar in het Engels.)
Bron: EU-OSHA
D. Grote vakantie? Niet voor iedereen
Uit een onderzoek van TempoTeam en de KU Leuven blijkt dat werknemers die meerdere korte vakanties nemen meer zijn uitgerust dan wie een lange vakantie neemt. 1 op 10 werknemers neemt geen ‘groot’ zomerverlof, driekwart van de Belgische werknemers nemen minstens 2 weken achter elkaar vakantie.
Er werden 2000 werknemers bevraagd en daaruit blijkt dat iets meer dan 70 procent van de bevraagden twee weken vakantie neemt. 26,3% neemt 3 weken vakantie en 13,6% neemt langer dan 3 weken vakantie. Toch blijkt uit het onderzoek dat mensen die meerdere en kortere pauzes nemen, meer ontspannen zijn in de zomer. Ze volgen hun werk beter op, hebben nadien nog leuke vooruitzichten en hebben na hun vakantie minder achterstallig werk in te halen.
Op vakantie gaan zorgt ook voor stress voor veel werknemers. Dit komt doordat ze nog zaken willen afronden of overgedragen krijgen en doordat het werk enkel opstapelt.
Bron: VRT NWS
Ook op onze blog vind je interessante nieuwsberichten. Recent werd dit bericht nog toegevoegd:
Lees ook
15/02/21
Hoe ga je om als vertrouwenspersoon met agressie?
31/08/20
Hoezo? Koorts meten in de strijd tegen Covid-19?!
30/11/20
Met welke wetgeving dient u als preventieadviseur specifiek rekening te houden in deze coronatijden?
03/03/21