nieuwsoverzicht 17 - 21 oktober (wk 42)

 23/10/22

Nieuws

AREI / Sociale verkiezingen / Nucleair incident / Flexibiliteit en leermogelijkheden belangrijke factoren voor jongeren / Nieuwe en opkomende risico’s in het onderwijs

I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING

Er verschenen deze week geen wijzigingen aan de wetgeving opgenomen in INNIwise.

II. OVERIGE NIEUWSITEMS

A. Rappel: AREI gewijzigd met ingang van 1 november 2022

Met ingang van 1 november 2022 wordt het AREI gewijzigd door invoeging van een nieuw hoofdstuk 7.22 “Voeding van elektrische wegvoertuigen” in boek 1.

Door invoeging van een nieuw hoofdstuk 7.22 “Voeding van elektrische wegvoertuigen” in Boek 1 van het AREI, worden de veiligheidsmaatregelen van de algemene delen van boek 1 aangevuld voor de voeding van elektrische wegvoertuigen, d.w.z. de voeding van elk voertuig aangedreven door een elektromotor die stroom onttrekt aan een oplaadbaar energie-opslagsysteem, voornamelijk bedoeld voor gebruik op de openbare weg.

Dit nieuwe hoofdstuk is van toepassing op de vaste conductieve laadinrichtingen bedoeld voor elektrische energieoverdracht en eventueel bedoeld voor het terugleveren van elektrische energie. Een laadinrichting wordt beschouwd als een vast aangesloten uitrusting of geheel van uitrustingen van de vaste installatie, die de functies vervullen die bestemd zijn voor het overbrengen van elektrische energie tussen een elektrisch voertuig en de elektrische bron. Bijgevolg valt de voeding van een elektrisch wegvoertuig door middel van een contactdoos (modus 1 en modus 2) onder de veiligheidsmaatregelen van de algemene delen en deel 8 (afwijkingen van toepassing op de elektrische installaties uitgevoerd vóór 1 juni 2020) van boek 1.

De wijzigingen van sommige delen van de boeken 1 en 3 betreffen terminologische wijzigingen ten gevolge van de invoeging van dit nieuwe hoofdstuk.

Bron: KB 10-7-2022, BS 16-8-2022

B. Sociale verkiezingen: referteperiode van start 1 oktober 2022

In principe vinden de volgende sociale verkiezingen plaats in de maand mei van het jaar 2024.

Ondernemingen die gemiddeld minstens 50 werknemers tewerkstellen, moeten een Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk oprichten.

Ondernemingen die gemiddeld 100 werknemers tewerkstellen, moeten daarnaast ook een Ondernemingsraad oprichten.

In het kader van de sociale verkiezingen verstaan we onder onderneming de technische bedrijfseenheid, gedefinieerd op grond van economische en sociale criteria. In geval van twijfel primeren de sociale criteria.

Het gemiddeld aantal werknemers per TBE dient te worden berekend. Voor iedere werknemer wordt het totaal aantal kalenderdagen bepaald dat hij/zij in de referteperiode in de TBE presteerde. Werknemers van wie het arbeidsvolume binnen de TBE minder dan drie vierde bedraagt tellen slechts voor de helft van de dagen mee. Van zodra het arbeidsvolume binnen de TBE minstens drie vierde bedraagt, tel je ze mee als een voltijdse werknemer. Ook de dagen waarop de arbeidsovereenkomst geschorst werd (bijvoorbeeld door ziekte, arbeidsongeval, ...) tellen mee. De som van het totaal aantal kalenderdagen van alle werknemers deel je door 365. Het cijfer dat je zo bekomt, is het gemiddeld aantal werknemers. Voor werknemers die gedurende de referteperiode ontslagen of aangeworven worden, gebeurt de berekening pro rata.

De referteperiode voor de sociale verkiezingen van 2024 loopt van 1 oktober 2022 tot en met 30 september 2023.

Bron: VBO

C. Advies over bescherming in geval van een nucleair incident

De International Commission on Radiological Protection (ICRP) publiceerde op haar website een voorlopig advies voor de bevolking over bescherming in geval van een nucleair incident. Dergelijk incident vindt immers plaats zonder aankondiging vooraf en zorgt voor heel veel slachtoffers.

Het gaat om een samenvatting van publiek beschikbare informatie. Ondertussen werkt de ICRP Task Group aan de ontwikkeling van richtsnoeren ter bescherming van de bevolking in geval van andere stralingsnoodsituaties en schadelijke gebeurtenissen.

Er worden een aantal tips gegeven om uzelf en uw gezin te beschermen tegen de straling na een nucleaire explosie.

De belangrijkste tip is om binnen de 10 minuten na de explosie naar binnen te gaan zodat je binnen bent voordat de radioactieve neerslag valt en gedurende een periode van 24u binnen te blijven. Het beste is om u te begeven naar het midden van een gebouw of een kelder en zoveel mogelijk materiaal te plaatsen tussen uzelf en de (radioactieve) buitenwereld. De meest veilige gebouwen hebben bakstenen of betonnen muren. Ondergrondse parkeergarages en metrostations kunnen ook een goede schuilplaats bieden.

(Graphic from the U.S. Federal Emergency Management Agency)

Na mogelijke blootstelling aan nucleaire neerslag, moeten de buitenste lagen van besmette kleding en schoeisel worden verwijderd en alle blootgestelde huid en haar worden afgeveegd of gewassen. Alle mogelijk besmette huisdieren moeten worden geborsteld in een ruimte weg van waar mensen zijn ondergebracht en indien mogelijk worden gewassen.

Voedsel, drank en medicijnen die al in de winkels of in uw schuilplaats liggen, kunnen veilig worden geconsumeerd.

Stem af op beschikbare media voor actuele instructies. Blijf binnen, tenzij u andere instructies krijgt.

Om u zo goed mogelijk voor te bereiden, kunt u reeds een geschikte schuilplaats uitzoeken thuis of op het werk, of in nabijgelegen winkels of parkings.

Indien gewenst, kunnen de volgende zaken voorzien worden in uw schuilplaats: andere zaken die nuttig zijn om klaar te leggen:

  • een survival kit, waaronder een zaklamp met extra batterijen, powerbanks en een AM-radio op batterijen;
  • EHBO-kistje met materiaal en medicijnen om verwondingen en brandwonden te behandelen, alsmede dagelijkse medicijnen;
  • een voorraad drinkwater in flessen (2 liter per dag per persoon) en water voor hygiëne en ontsmetting (2-4 liter per dag per persoon) voor meerdere dagen. Een voorraad voor een week of twee wordt sterk aanbevolen. Voor huisdieren is extra water nodig;
  • verscheidene dagen houdbaar voedsel, ook voor huisdieren;
  • reservekleding en -schoeisel.

Meer over de gevaren en mogelijke acties kan teruggevonden worden op de website van de ICRP.

Bronnen:

  • Belgische Vereniging voor Stralingsbescherming (BVS)
  • International Commission on Radiological Protection (ICRP)

D. Flexibiliteit en leermogelijkheden belangrijke factoren voor jongeren

Uit de jaarlijkse enquête van het VBO in samenwerking met AG Insurance en uitgevoerd door iVOX bij zowel werkgevers als jongeren tussen 18 en 28 jaar blijkt dat flexibiliteit en de mogelijkheid tot leren heel belangrijke factoren zijn voor jongeren in hun zoektocht naar een job.

Via deze jaarlijkse enquête beoogt men de verwachtingen van jongeren en werkgevers te analyseren en op die manier de kloof tussen jongeren en de arbeidsmarkt kleiner te maken.

Organisatie van de arbeid - flexibiliteit

Jongeren willen flexibiliteit, zowel wat betreft arbeidsplaats als wat betreft werktijden met een iets grotere voorkeur nog voor dat laatste. Flexibele uren, telewerk en de mogelijkheid een voltijdse werkweek te presteren op 4 dagen zijn voor hen belangrijk.

De combinatie van telewerk en kantoorwerk lijkt zowel voor jongeren als werkgevers ideaal.

Mobiliteit – (bedrijfs)wagen

De meerderheid van de jongeren verkiest de auto als vervoermiddel om naar het werk te gaan.

De hoeveelheid tijd die men wil spenderen aan het woon-werkverkeer hangt nauw samen met de mogelijkheid tot telewerk.

Leermogelijkheden

Zowel jongeren als werkgevers zijn van mening dat jongeren op school niet genoeg worden voorbereid op het professionele leven. Werkplekleren en andere leermogelijkheden worden dan ook hoog aangeschreven door beide partijen.

Vergoeding

Werkgevers gaan er verkeerdelijk van uit dat jongeren loonsverhoging op basis van behaalde resultaten verkiezen boven loonsverhoging op basis van anciënniteit.

Extralegale voordelen zijn voor meer dan de helft van de jongeren belangrijk bij het kiezen van een job. Zij verkiezen dit boven meer nettoloon.

Bron: VBO

E. Europese bedrijvenenquête naar nieuwe en opkomende risico’s in het onderwijs

Uit een vergelijkende analyse van de bevindingen van de Europese bedrijvenenquête over nieuwe en opkomende risico's (ESENER) voor de onderwijssector op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk, blijken vooral psychosociale risico’s en aandoeningen aan het bewegingsapparaat de grootste risico’s in deze sector.

In deze analyse werden de ESENER resultaten tussen 2014 en 2019 voor de onderwijssector vergeleken, werd de onderwijssector vergeleken met andere sectoren, en werden nieuwe onderwerpen beoordeeld die door ESENER 2019 worden bestreken, zoals digitalisering en OSH, de waargenomen kwaliteit van externe preventiediensten en het toezicht op ziekteverzuim, terwijl ook gekeken werd naar de gevolgen van de veranderende werkomgeving sinds het begin van de COVID-19-pandemie.

Hieronder een aantal bevindingen:

  • Via ESENER heeft de onderwijssector erkend dat aanzienlijke OSH-risico's inherent zijn aan hun werkomgeving, met name psychosociale risico's, zoals het moeten omgaan met moeilijke leerlingen en ouders, of tijdsdruk, en MSD-risico's, waaronder langdurig zitten, repetitieve hand- of armbewegingen, alsmede andere risicofactoren, zoals bv. hard geluid.
  • Er is een verschil in het niveau van risicobewustzijn tussen instellingen en landen door bv. verschillen in de ernst van de risico's indien instellingen wel of niet beschikken over machines of gebruik maken van chemicaliën enz. De sector zou baat hebben bij een grotere bewustmaking van de risico’s.
  • Het uitbreken van de COVID-19-pandemie heeft het niveau van de risico's verhoogd, in het bijzonder de risico's die verband houden met digitalisering en MSD (online-onderwijs zorgde voor meer stress).
  • Ondanks de inspanningen die geleverd werden om regelmatig risicobeoordelingen uit te voeren, lijken er enkele hiaten te zijn in de focus en de reikwijdte van de risicobeoordelingen. Zo wordt er meer aandacht besteed aan veiligheid en chemische risico's, hoewel de instellingen erkennen dat de belangrijkste risico's psychosociale risico's en MSD-risico's zijn. Bovendien worden digitale hulpmiddelen, thuiswerk en personen die niet op de loonlijst staan niet vaak in de risicobeoordeling opgenomen.
  • In vergelijking met andere sectoren heeft de onderwijssector goed gepresteerd bij het stimuleren van gezondheid van werknemers door maatregelen zoals gezonde voeding, sportactiviteiten, rugoefeningen, … Toch zijn nog maar weinig maatregelen ingevoerd om het risico op MSD te verminderen, wat toch als één van de belangrijkste risico’s in de sector blijkt te zijn.
  • Het tekort aan leraren en het grote personeelsverloop zijn deels te wijten aan de slechte perceptie van de werkomgeving. Het is belangrijk te investeren in veiligheid en gezondheid op het werk in de onderwijssector om deze sector aantrekkelijker te maken. Werknemersparticipatie, scholing van personeel en de aanwijzing van VGW-vertegenwoordigers kunnen hier ook toe bijdragen.

Het volledige rapport (in het Engels) kan geraadpleegd worden op de website van EU-OSHA.

Bronnen:

  • BeSWIC
  • EU-OSHA
nieuwsoverzicht 17 - 21 oktober (wk 42)

Uw browser wordt niet ondersteund. Update uw browser voor meer veiligheid, snelheid en om deze site optimaal te kunnen gebruiken.