nieuwsoverzicht 25 tot 29 maa 2024 (wk 14)

I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING

Er verschenen deze week geen wijzigingen aan de wetgeving, opgenomen in INNIwise.

II. OVERIGE NIEUWSITEMS

A. Wijziging grenswaarden voor lood en diisocyanaten

In een vorig nieuwsbericht kondigden we de komst van nieuwe Europese grenswaarden voor lood en de anorganische verbindingen daarvan en voor diisocyanaten al aan. Op 19 maart 2024 werd de richtlijn (EU) 2024/869 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De bestaande grenswaarden voor lood worden aangepast en er worden grenswaarden voor diisocyanaten ingevoerd.

Lood

De beroeps-blootstellingsgrenswaarde voor lood en anorganische loodverbindingen wordt verlaagd naar 0,03 mg/m³. De biologische grenswaarde wordt in twee stappen verlaagd: eerst naar 30 µg Pb/100 ml en vanaf 1 januari 2029 naar 15 µg Pb/100 ml bloed.

Er is een uitzondering voorzien voor werknemers wiens bloedloodgehalte al te hoog is door historische blootstelling. Zij kunnen verder met hun werk op voorwaarde dat ze regelmatig medisch worden opgevolgd en dat het gehalte een dalende trend vertoont.

Een bijzonder kwetsbare risicogroep zijn de vrouwelijke werknemers in de vruchtbare leeftijd. Er is immers geen enkel niveau van loodblootstelling die veilig is voor de ontwikkeling van de nakomelingen van deze vrouwen. De aanbeveling hier is om de referentiewaarde van de algemene bevolking niet te overschrijden.

Diiscoyanaten

Hiervoor wordt een grenswaarde m.b.t. een referentieperiode van 8 uur vastgelegd op 10 µg NCO/m³ in combinatie met een grenswaarde voor kortstondige blootstelling van 20 µg NCO/m³. Deze waardes worden vanaf 1 januari 2029 verlaagd naar respectievelijk 6 µg NCO/m³ en 12 µg NCO/m³.

Deze Richtlijn treedt in werking op 8 april 2024 en moet uiterlijk binnen 2 jaar daarna omgezet worden naar nationaal recht.

Bron: BeSWIC

B. Webinar nieuwe ergonomiewetgeving

De FOD WASO organiseert op maandag 27 mei 2024 een gratis webinar over de nieuwe ergonomiewetgeving.

Gedurende het webinar wordt deze nieuwe wetgeving (met betrekking tot ergonomie en de preventie van musculoskeletale aandoeningen) toegelicht. Men bespreekt de risicoanalyse en de nodige preventiemaatregelen. Ook de rol van de verschillende betrokkenen bij het preventiebeleid komt aan bod.

Verder zal de aanpak van de inspecteurs van het toezicht op het welzijn op het werk ten aanzien van deze nieuwe wetgeving besproken worden.

Inschrijven voor de webinar kan via deze link.

Bron: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

C. Medische overmacht: bijdrage aan TNW-fonds

Voor werknemers die definitief ongeschikt zijn om het werk uit te voeren zoals overeengekomen in de arbeidsovereenkomst, kan beroep gedaan worden op medische overmacht om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De procedure die hiervoor doorlopen moet worden is voorzien in art. 34 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Werkgevers die hierop beroep doen, zullen vanaf 1 april 2024 een bijdrage van 1 800 euro moeten betalen aan het Terug Naar Werk-fonds (TNW-fonds).

Wie als arbeidsongeschikt erkend is, kan vervolgens beroep doen op een tussenkomst van dit fonds om zo dienstverlening aan te kopen bij een erkende dienstverlener met het oog op sociaalprofessionele re-integratie.

Meer informatie over de te doorlopen procedure vind je op de website van het TNW-fonds.

Wie meer wil weten over re-integratie of medische overmacht kan ook eens een kijkje nemen op onze website.

Bron: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

D. Weinig animo voor opleiding op het werk

De Arbeidsdeal zorgt ervoor dat sinds begin dit jaar heel wat werknemers recht hebben om vijf dagen per jaar een opleiding te volgen via hun werkgever. Uit onderzoek van Acerta Consult blijkt nu dat de animo hiervoor gering is.

Het afgelopen jaar volgde maar liefst 43% van de werknemers geen enkele opleiding. Minder dan de helft zou dit jaar gebruik willen maken van minstens vijf opleidingsdagen. Het zijn vooral de arbeiders en 55-plussers die niet meteen vragende partij zijn.

Het merendeel van de bedrijven (66%) stelt opleidingen ter beschikking aan werknemers die erom vragen. Vaak hangt dit samen met het moment waarop een promotie aangekondigd wordt. 27% van de bedrijven biedt bewust opleidingen aan wanneer een werknemer het bedrijf mogelijks wil verlaten. Meestal krijgen alle werknemers van een onderneming wel evenveel opleidingskansen.

Bedrijven met minstens 20 werknemers moeten een opleidingsplan voorzien (de deadline hiervoor was 31 maart, zie eerder nieuwsbericht). Werkgevers moeten vanaf december ook de opleidingsrechten per werknemer, de gevolgde opleidingen, het aantal opleidingsuren of -dagen bijhouden in het Federal Learning Account (FLA).

Bron: Acerta

E. Pilootproject kinderopvang

Het is al langer bekend dat kinderopvang vinden geen evidentie meer is. Alsmaar vaker proberen werkgevers creatief om te springen met het tekort aan opvangplaatsen. Zij kampen immers met problemen bij het vinden van personeel en verliezen in een al krappe arbeidsmarkt vaak mogelijke kandidaten door deze problematiek.

Er is nochtans heel wat potentieel: de helft van de vrouwen geeft aan meer te willen werken of een nieuwe job te willen in het geval er genoeg kinderopvang zou zijn.

Om hierop in te spelen gaat Voka samen met de Kamers van Koophandel de krachten bundelen met bedrijven die extra plaatsen bij de kinderopvang willen creëren. Soms hoor je wel eens dat bedrijven zelf kinderopvang gaan aanbieden. Bij dit project ligt de aanpak anders: de plaatsen worden voorzien bij een ervaren aanbieder door middel van een partnerschap. Zo draagt de onderneming bij aan een positieve work-life balance voor de bestaande werknemers en wordt het makkelijker om nieuwe krachten te vinden die nu nog thuisblijven om voor de kinderen te zorgen.

Het gaat momenteel nog om proefprojecten (goed voor ongeveer 200 extra opvangplaatsen) die lopen tot 31 juli 2025.

Bron: Voka

III. PRAKTISCHE INFORMATIE

Via onze website kan je vragen aan experten stellen. Recent werd volgende vraag beantwoord:

• Waaraan moet de verlichting voldoen voor de door ons te bouwen machines (vul- en sluitmachines voor de voedingsindustrie). Hoe stellen we de verlichting op zodat die bv. niet verblindt, wat moet het aantal lux zijn, etc ... Bestaat er hierover normering ? (Pierre-Yves Bouvy)