nieuwsoverzicht 27 - 31 januari (wk 5)
Jaarverslag IDPBW 2024: deadline / Chemische agentia / Ben je als preventieadviseur beschermd tegen ontslag? / Fase 1: administratieve vereenvoudiging Codex welzijn
I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING
Deze week zijn er geen nieuwe wetswijzigingen opgenomen in INNIwise.
II. OVERIGE NIEUWSITEMS
A. Jaarverslag IDPBW 2024: deadline
Als werkgever ben je wettelijk verplicht om jaarlijks een verslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op te maken.
In dit verslag wordt er vooral gekeken naar de werkzaamheden en activiteiten van het vorige werkjaar. Dit verslag zorgt voor een goed beeld qua werking van de interne preventiedienst, de genomen preventiemaatregelen en de genomen acties voor welzijn op het werk. Alle informatie die te maken heeft met veiligheid en gezondheid van werknemers moet opgenomen worden in dit verslag.
De Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk stelt hiervoor modeldocumenten ter beschikking. Welk formulier je dient te gebruiken hangt af van de samenstelling van de organisatie en de bijhorende preventiedienst.
De deadline om het jaarverslag van 2024 in te vullen, is 1 april 2025. Sinds 2018 moet dit verslag niet meer bezorgd worden aan de bevoegde inspectie, maar het dient wel ter beschikking gehouden te worden. Dit mag zowel elektronisch als op papier.
Meer informatie vind je via deze link. We stellen ook de modeldocumenten ter beschikking, samen met de verklarende nota en een checklist ter voorbereiding van het jaarverslag.
Bronnen:
- Premed
- FOD WASO
B. Chemische agentia
Naar aanleiding van het winterseizoen gingen we reeds in op de aanwezigheid van biologische agentia op de werkvloer en hoe we werknemers hiervoor kunnen beschermen.
Op heel wat werkplekken komen echter ook chemische agentia voor. Onder chemische agentia verstaan we scheikundige of chemische stoffen en mengsels. Deze kunnen in natuurlijke staat voorkomen, maar kunnen ook het resultaat zijn van een beroepsactiviteit, gebruikt worden in een beroepsactiviteit of net vrijkomen door een beroepsactiviteit. Deze stoffen en mengsels worden al dan niet opzettelijk geproduceerd en al dan niet op de markt gebracht. Deze stoffen hebben vaak een negatieve invloed op de gezondheid en veiligheid van werknemers. Denk maar aan kankerverwekkende of hormoonontregelende eigenschappen.
Als werkgever is het belangrijk om je werknemers hiervoor te beschermen. Allereerst moet je nagaan of er gevaarlijke chemische agentia aanwezig zijn op de werkvloer. Indien dit het geval is, moeten de risico’s van deze chemische agentia beoordeeld worden qua invloed op de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Deze risicoanalyse moet rekening houden met:
- de gevaarlijke eigenschappen van de chemische agentia;
- de informatie van de leverancier qua veiligheid en gezondheid;
- het niveau, de aard en de duur van de blootstelling, zowel via de lucht als de huid en andere blootstellingswijzen;
- de omstandigheden en belasting waarin werknemers in contact komen met deze agentia, rekening houdend met de hoeveelheden;
- de biologische grenswaarden of de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling.
Op basis van deze informatie stel je als werkgever preventiemaatregelen op. Deze maatregelen moeten gecommuniceerd worden naar de werknemers samen met de risico’s en de te volgen veiligheidsprocedures en deze informatie moet op voorhand meegedeeld worden. Hiervoor kan o.a. gebruikgemaakt worden van veiligheidsinstructiekaarten en opleidingen. Let wel, wanneer de toestand wijzigt, moet ook de informatie aangepast worden zodat werknemers steeds correct geïnformeerd zijn.
Uiteraard probeer je blootstelling aan chemische agentia zoveel mogelijk te vermijden. Zet naast werknemers informeren dus ook in op de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals maskers, laarzen, handschoenen, e.a. Zorg ook voor de nodige schoonmaak- en ventilatieprocedures. Verlies zeker risicogroepen niet uit het oog en werk voor hen een specifiek beleid uit.
We verwijzen graag naar Boek VI van de codex waarin de nodige regelgeving vermeld wordt. Ons richtsnoer biedt heel wat hulp bij de praktische toepassing hiervan.
Bronnen:
- FOD WASO
- Liantis
C. Ben je als preventieadviseur beschermd tegen ontslag?
Als preventieadviseur val je onder de wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van preventieadviseurs. In deze wet zijn verschillende soorten ontslagbescherming opgenomen. Zo mag een werkgever een preventieadviseur enkel ontslaan of uit zijn functie verwijderen wanneer de preventieadviseur onbekwaam is om zijn taak uit te voeren of om redenen die vreemd zijn aan zijn onafhankelijkheid. Er geldt een strikte procedure voor dit ontslag. Zo moet er eerst een akkoord zijn van het Comité voor bescherming en preventie op het werk om de preventieadviseur te ontslaan. Dit gebeurt door een aangetekende brief van de werkgever aan het comité. Daarnaast moet de werkgever eveneens de preventieadviseur op de hoogte brengen van zijn ontslag aan de hand van een aangetekende brief. In deze brief moet de reden van ontslag vermeld staan, samen met het bewijs hiervan. Een afschrift van de brief aan de preventieadviseur moet toegevoegd worden aan de brief die aan het comité bezorgd wordt. Deze ontslagprocedure is niet van toepassing wanneer het bijvoorbeeld gaat om een ontslag om dringende reden, sluiting van de onderneming, …
Deze wet is duidelijk wat betreft preventieadviseurs met een formele aanstelling, maar hoe zit het dan wanneer een werknemer niet formeel aangesteld is? Een werknemer is dus in dienst en vervult ook feitelijk de opdrachten van een preventieadviseur. Er is qua formele aanstelling als preventieadviseur echter geen akkoord van het Comité voor preventie en bescherming op het werk. Deze situatie deed zich voor en kwam voor het Arbeidshof en uiteindelijk ook voor het Hof van Cassatie.
In het arrest van 18 november 2024 besliste het Hof van Cassatie dat ook preventieadviseurs zonder formele aanstelling onder de ontslagbescherming vallen. Hiermee gaat het Hof akkoord met het besluit van het Arbeidshof in 2022. Het ontbreken van een voorafgaand akkoord van het Comité voor preventie en bescherming in verband met de aanstelling als preventieadviseur, sluit de ontslagbescherming dus niet uit. In de wet van 2002 zijn er namelijk geen voorwaarden gekoppeld aan de aanstelling van de preventieadviseur opdat de ontslagbescherming van toepassing zou zijn.
Wanneer werknemers taken van een preventieadviseur vervullen, vallen zij dus sowieso onder de ontslagbescherming. Of er al dan niet een formele aanstelling is, heeft hier geen invloed op.
Bronnen:
- Prebes
- SD Worx
- FOD WASO
D. Fase 1: administratieve vereenvoudiging Codex welzijn
Op 20 juni 2024 trad het K.B. van 12 mei 2024 tot administratieve vereenvoudiging en actualisering van diverse bepalingen van de codex over het welzijn op het werk in werking. We verwijzen hiervoor naar dit nieuwsoverzicht.
Dit K.B. zorgt ervoor dat heel wat modellen en formulieren die opgenomen zijn in de bijlage van de codex opgeheven of vervangen worden door een aangepaste digitale versie. Daarnaast worden ook enkele nieuwe modellen en formulieren digitaal toegevoegd. De digitale formulieren zijn invulbare Word-documenten die terug te vinden zijn op de website van FOD WASO. Deze overgang gebeurt in verschillende fasen, doordat het nieuwe of aangepaste formulier telkens besproken moet worden door de Hoge raad voor preventie en bescherming op het werk.
Intussen is de eerste fase afgerond. De meeste documenten wijzigden qua formaat, maar bleven inhoudelijk hetzelfde. Bij sommige documenten gebeurde er een kleine inhoudelijke verbetering, zoals de aanpassing van enkele codes en instructies op de arbeidsongevallensteekkaart.
Het formulier voor gezondheidsbeoordeling is echter wel grondig herwerkt. Dit werd inhoudelijk aangepast en is nu ook voorzien van een verklarende nota.
Hieronder geven we graag een overzicht van de aangepaste en nieuwe formulieren.
Gezondheidstoezicht:
- I.4-1: Het formulier voor gezondheidsbeoordeling en de verklarende nota.
- I.4-2: Het formulier voor re-integratiebeoordeling.
- I.4.3: Het formulier voor vaststelling van definitieve ongeschiktheid.
- I.4.4: Het formulier voor beroep tegen de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsarts.
Eerst hulp op het werk:
- I.5-1: Het formulier voor een aanvraag om opgenomen te worden als opleidingsinstelling voor hulpverleners.
Arbeidsongevallen:
- I.6-1: De arbeidsongevallensteekkaart.
- I.6-2: Het formulier voor de kandidaatstelling voor deskundige voor het onderzoek van ernstige arbeidsongevallen.
Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk:
- Model voor de maandelijkse of driemaandelijkse verslagen van de interne dienst.
Gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk:
- II.2-1, II.2-2, II.2-3: Formulieren voor de aanvraag of melding voor oprichting, wijziging of ontbinding van kleine of grote gemeenschappelijke interne diensten.
Laboratoria:
- Het formulier voor de aanvraag tot erkenning van een labo.
- Het model voor het jaarverslag van een labo.
In afwachting van de volgende fasen blijven de overige modellen en formulieren nog geldig. Deze zullen in de toekomst geactualiseerd worden.
Bronnen:
- FOD WASO
- Prebes
We voegden een toelichting toe wat betreft een verzoek tot interventie voor psychosociale risico’s. We zoomen o.a. in op de wetgeving, de risico’s en de interne en externe procedure.
De Codex Welzijn geeft weinig concrete instructies qua voor te leggen documenten. INNIwise ontwikkelde een handige leeswijzer van alle nuttige informatie die in de Codex Welzijn vervat zit.
