nieuwsoverzicht 29 apr tot 10 mei 2024 (wk 19-20)
Wijzigingen Codex / Wijzigingen diverse bepalingen arbeidsongevallen en beroepsziekten / Deconnectie / Vrijwillige terugkeer naar het werk bij gezondheidsprobleem / Conferentie mentale gezondheid en werk / TRIO-platform / Transparantie premies arbeidsongevallen / Conferentie chemicaliënbeleid
I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING
A. Wijziging Codex welzijn op het werk
Op 2 mei 2024 verscheen het K.B. van 26 maart 2024 tot wijziging van de Codex wat de gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk betreft in het Belgisch Staatsblad. Het gaat om een aanpassing van boek II, titel 2 van de codex welzijn op het werk. Hierdoor worden enkele regels inzake de oprichting van gemeenschappelijke interne diensten voor preventie en bescherming op het werk versoepeld. Er wordt voortaan een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine gemeenschappelijke interne diensten, waardoor kleine groepen niet langer een gecompliceerde administratieve procedure hoeven te doorlopen.
Onder ‘grote gemeenschappelijke interne diensten’ verstaat men de gemeenschappelijke interne diensten die worden opgericht door meer dan 10 werkgevers, of die meer dan 2 000 werknemers tellen, of die beschikken over een eigen departement belast met medisch toezicht. Voor deze gemeenschappelijke diensten is een voorafgaande toestemming vereist. De aanvraag hiervoor gebeurt bij de algemene directie Humanisering van de Arbeid van de FOD WASO. Na een controle wordt de toelating verleend via een ministerieel besluit.
‘Kleine gemeenschappelijke interne diensten’ (die dus niet voldoen aan de voorwaarden hierboven omschreven) hoeven niet langer om toelating te vragen wanneer ze aan de voorwaarden die in de codex worden opgelegd voldoen. Deze interne diensten moeten enkel zo snel mogelijk hun oprichting melden aan de AD HUA. Deze laatste partij moet ook op de hoogte gebracht worden van elke wijziging die gebeurt.
Er zijn enkele voorwaarden waaraan zowel grote als kleine gemeenschappelijke interne diensten moeten voldoen. Het gaat om:
- Bevoegdheid voor alle werknemers van de betrokken werkgevers
- Bestaan van een juridische, economische, geografische of technische band tussen de werkgevers
- Aantoonbare duidelijke meerwaarde die toelaat een doeltreffender preventiebeleid te voeren
- Akkoord van werkgevers over de organisatie van de gemeenschappelijke interne dienst
- Een contactpersoon van elke werkgever
- Akkoord tussen werkgevers wanneer ze beroep willen doen op deskundigheid inzake ergonomie, arbeidshygiëne of psychosociale aspecten van het werk
- Akkoord tussen CPBW’s over de oprichting van de gemeenschappelijke interne dienst, de aanstelling van de PA’s en hun prestatieduur.
Het K.B. treedt in werking op 1 juli 2024, maar er zijn enkele overgangsmaatregelen opgenomen.
Zo zullen alle K.B.’s of M.B.’s die een groep werkgevers toelaten een gemeenschappelijke interne dienst op te richten en dateren van voor 1 juli 2024 buiten werking treden op 1 juli 2027.
Daarnaast kunnen werkgevers die bij K.B. of M.B. gemachtigd werden om een gemeenschappelijke interne dienst op te richten vóór 1 juli 2024, en die tevens voldoen aan de voorwaarden om een kleine gemeenschappelijke interne dienst op te richten, gebruik kunnen blijven maken van deze gemeenschappelijke interne dienst op voorwaarde dat ze aan de voorwaarden voldoen en dat één van de betrokken werkgevers de Algemene Directie HUA hiervan op de hoogte brengt vóór 1 juli 2027.
Ten slotte kunnen werkgevers die bij K.B. of M.B. gemachtigd werden om een gemeenschappelijke interne dienst op te richten vóór 1 juli 2024, en die voldoen aan de voorwaarden om een grote gemeenschappelijke interne dienst op te richten, zo snel mogelijk (uiterlijk op 1 juli 2026) een nieuwe toelating aanvragen om een gemeenschappelijke interne dienst op te richten volgens de nieuwe procedure.
Bronnen:
- K.B. 26-3-2024 (B.S. 2-5-2024)
- BeSWIC
B. Wijziging diverse bepalingen betreffende arbeidsongevallen en beroepsziekten
Op 3 mei 2024 verscheen het K.B. tot wijziging van diverse bepalingen betreffende arbeidsongevallen en beroepsziekten in het Belgisch Staatsblad.
Wijzigingen koninklijke besluiten betreffende beroepsziekten
In art. 1 van het K.B. van 28-3-1969 houdende vaststelling van de lijst van beroepsziekten die aanleiding geven tot schadeloosstelling en tot vaststelling van de criteria waaraan de blootstelling aan het beroepsrisico voor sommige van deze ziekten moet voldoen, wordt een verwijzing naar de wetgeving geüpdatet.
Het K.B. van 1-7-2006 tot uitvoering van artikel 6, 8°, van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, worden enkele wetgevingsverwijzingen aangepast.
Wijzigingen koninklijke besluiten betreffende arbeidsongevallen
In het K.B. van 28 maart 1969 wordt in art. 1 een verwijzing naar de wetgeving gewijzigd. Dit is ook het geval in art. 1 tot 4 van het K.B. van 1 juli 2006 en in het K.B. van 21 december 1971 art. 13.
In het K.B. van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepaling van de arbeidsongevallenwet worden ook enkele verwijzingen naar de wetgeving geüpdatet. Daarnaast worden in art. 13bis enkele bedragen aangepast.
Tot slot worden er nog wijzigingen aangebracht in de verwijzing naar wetgeving in de volgende K.B.’s:
Dit besluit treedt in werking op 13 mei 2024.
Bron: K.B. 24-4-2024 (B.S. 3-5-2024)
II. OVERIGE NIEUWSITEMS
A. Toch niet helemaal gedeconnecteerd?
Sinds 1 april 2023 heeft men recht op deconnectie (opgenomen in de Arbeidsdeal). Toch blijkt een jaar later, uit onderzoek van Protime, dat een meerderheid (61%) nog steeds buiten de werkuren gecontacteerd wordt. Het gaat vaak om berichtjes, telefoontjes of mails. Maar liefst 30% van de werknemers krijgt vaak met deze werkgerelateerde contacten te maken gedurende de avond of het weekend. 31% geeft aan dat ze hier zelden mee in aanraking komen.
8 op de 10 Vlamingen geeft nochtans aan dat het recht op deconnectie belangrijk is. Het zorgt voor minder stress en de invoering ervan maakt dat werknemers de deconnectie meer durven afdwingen.
Opvallend is dat een derde van de ondervraagden toch aangeeft geen nood te hebben aan deconnectie. Het gaat dan voornamelijk om medewerkers van de generatie X (geboortejaar 1965-1980).
Bron: HRsquare
B. NAR buigt zich over vrijwillige terugkeer naar het werk van personen met een gezondheidsprobleem
De NAR bracht eind april een advies uit over het proces van de vrijwillige terugkeer naar het werk van personen met een gezondheidsprobleem en daarbij horend een collectief preventie- en re-integratiebeleid. Ze deden die op eigen initiatief.
De Raad benadrukt het belang van preventie in deze context. Hierbij is het belangrijk om maatregelen te nemen op organisatieniveau om te vermijden dat werknemers langdurig ziekvallen.
Het is belangrijk om een welzijnsbeleid uit te tekenen dat rekening houdt met alle niveaus en een inschatting maakt van de bestaande risico’s alsook voorziet in gepaste preventiemaatregelen.
Het is essentieel om vroegtijdig op te treden. Het gaat er dan in eerste instantie over de betrokken werknemer te contacteren. Op die manier kan bijvoorbeeld een informeel traject opgestart worden. De preventieadviseur-arbeidsarts kan het best inschatten welk moment hiervoor geschikt is.
Daarnaast vestigt men ook nog eens de aandacht op het vrijwillige karakter van de inspanningen om terug aan het werk te gaan. Men zou dus niet gestraft mogen worden in geval van mislukking of herval. Het gaat immers om een inspanningsverbintenis, geen resultaatsverbintenis.
De Raad haalt ook enkele struikelblokken aan. Het gaat dan onder meer over de samenwerking tussen de federale instanties en de deelstaten, het tekort aan preventieadviseurs-arbeidsartsen, tools zoals het TRIO-platform die nog geïntegreerd moeten worden, …
Het volledige advies is hier na te lezen.
Bron: NAR
C. Conferentie mentale gezondheid en werk
Naar aanleiding van het Europese Belgische voorzitterschap werd onlangs een conferentie georganiseerd over mentale gezondheid en werk.
Tijdens deze twee dagen besprak men onder andere de primaire preventie en het crëeren van gezonde werkplekken, alsook de secundaire en tertiaire preventie (d.w.z. problemen vroegtijdig opsporen en terug aan het werk gaan na ziekteverlof).
Een samenvatting van de conferentie kan je hier raadplegen (uitsluitend beschikbaar in het Engels). Een video over deze bijeenkomst is terug te vinden op de site van de FOD WASO.
Bron: FOD WASO
D. TRIO-platform
Het voorontwerp van de wet houdende de oprichting en organisatie van het TRIO-platform werd goedgekeurd op de Ministerraad van 26 april 2024.
Een beveiligd, collaboratief, digitaal communicatieplatform toegankelijk voor TRIO-artsen (adviserend artsen van verzekeringsinstellingen, arbeidsartsen en huisartsen) werd voorzien in de bestuursovereenkomst 2022-2025 van het RIZIV.
Een dergelijk platform zou het mogelijk maken om medische gegevens uit te wisselen tussen de betrokken artsen in het kader van de Terug-naar-werktrajecten en een individueel dossier op te starten voor elke verzekerde die een dergelijk traject start.
Het doel van het voorontwerp is een wettelijk kader voor dit platform op te stellen.
De Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State zullen zich nu over dit voorontwerp buigen.
Bron: news.belgium
E. Transparantie premies arbeidsongevallen
Op voorstel van minister van Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke, werd het voorontwerp van wet betreffende de transparantie over premies voor arbeidsongevallen door de Ministerraad goedgekeurd.
Het betreft een wijziging aan art. 49quater van de Arbeidsongevallenwet waarbij het bonus-malussysteem vervangen zou worden door het transparantieprincipe.
De berekening van de arbeidsongevallenverzekering gebeurt op basis van verschillende elementen waarmee het premiebedrag aan elke verzekeringnemer individueel aangepast kan worden.
Het transparantieprincipe zou ervoor moeten zorgen dat werkgevers die een arbeidsongevallenverzekering wensen af te sluiten geïnformeerd worden over de gehanteerde criteria. Men zou de werkgever zo ook meer attent willen maken op de invloed van preventie omdat de schadehistoriek een invloed heeft op de berekening.
De Raad van State zal zich nog over het voorontwerp buigen.
Bron: news.belgium
F. Conferentie chemicaliënbeleid
Naar aanleiding van het Belgische voorzitterschap vond in april de tweedaagse conferentie “Tomorrow’s Chemicals Policy: Perspectives and Challenges” plaats.
Onder de deelnemers waren onder meer beleidsmakers, vertegenwoordigers van de industrie en academische wereld, alsook ngo’s. Zij reflecteerden en bespraken de verschillende resultaten en uitdagingen van het Europese chemicaliënbeleid.
Verschillende onderwerpen – waaronder PFAS, hormoonverstoorders, het ‘de vervuiler betaalt’-principe – kwamen aan bod.
Herhaaldelijk werd benadrukt dat het van groot belang is dat de verbintenissen uit de Chemicals Strategy for Sustainability daadwerkelijk toegepast worden. Voor een betere toekomst zullen samenwerking en een heldere visie van cruciaal belang zijn.
Bron: news.belgium
Via onze website kan je vragen aan experten stellen. Recent werd deze vraag beantwoord: