nieuwsoverzicht 3-7 juli '23 (wk 27) en 10-14 juli (wk 28)
Gebruiksvoorwaarden werkkledij / Samenloop jaarlijkse vakantie en arbeidsongeschiktheid / Werkomstandigheden postpakketbezorgers / RA psychosociale risico's / Bijdrage preventie arbeidsongevallen / Glyfosaat / Ongevalsprofielen e-steps / Tweede maand ziekte betaald door werkgever / Actieplan tegen agressie op bussen en trams De Lijn
I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING
A. Wijziging codex m.b.t. gebruiksvoorwaarden werkkledij
B. Wetsontwerp samenloop jaarlijkse vakantie en arbeidsongeschiktheid
Op 27 juni jl. werd in de Kamer een wetsontwerp aangenomen tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen met betrekking tot de samenloop van jaarlijkse vakantie en arbeidsongeschiktheid meer bepaald de gevallen van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval die zich voordoen tijdens de jaarlijkse vakantie van de werknemer.
Dit wetsontwerp regelt de arbeidsrechtelijke omkadering van een arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval die zich voordoet tijdens de jaarlijkse vakantie van de werknemer, in navolging van de aanpassing van de regelgeving inzake jaarlijkse vakantie om deze in overeenstemming te brengen met de richtlijn 2003/88/ EG van 4 november 2003 betreffende de aspecten van de organisatie en de arbeidstijd. In dit kader zullen, wanneer de werknemer arbeidsongeschikt wordt tijdens zijn jaarlijkse vakantie, de ziektedagen niet (langer) worden aangerekend op de jaarlijkse vakantie. Met deze arbeidsrechtelijke omkadering wordt gevolg gegeven aan de vraag van de Nationale Arbeidsraad in zijn advies nr. 2.268 van 21 december 2021.
De nieuwe regelgeving zou op 1 januari 2024 in werking treden.
Bron: dekamer.be
C. Wetsontwerp over het verbeteren van de werkomstandigheden van de postpakketbezorgers
Op 11 juli 2023 diende de regering een wetsontwerp in ter verbetering van de arbeidsvoorwaarden van alle postpakketbezorgers in België, ter bestrijding van de sociale en fiscale fraude en tot instelling van een eerlijke concurrentie.
De sector van pakketdistributie is een sector met heel veel concurrentie en waar de marges klein zijn. Doordat een structureel beroep gedaan wordt op onderaanneming via kleine distributiebedrijven, komt een heel hoge druk op de lonen/vergoedingen en de arbeidsvoorwaarden van de pakketbezorgers, hetgeen leidt tot sociale en fiscale fraude. De bestaande regels bieden onvoldoende antwoord op deze problematiek.
De door het wetsontwerp ingevoegde mechanismen voor notificatie en preventie, alsook de rapportageverplichtingen, de minimumvergoeding en de aansprakelijkheid van de aanbieder van postdiensten kunnen deze situatie aanpakken.
Vandaar het voorstel om, naast een systeem van controles en sancties, volgende maatregelen in te schrijven in de postwet:
- de verplichting voor alle aanbieders van postdiensten om enerzijds, vóór de aanvang van hun activiteiten een kennisgeving in te dienen bij het BIPT en om anderzijds, om elk semester, een aantal gegevens te melden aan het BIPT
- het principieel verbod om in België postdiensten bestaande in de distributie van pakketten aan te bieden, te verrichten of te laten verrichten, tegen een vergoeding die lager is dan de “minimumvergoeding”. Het begrip “minimumvergoeding” en de toepassingsvoorwaarden van het principieel verbod en deze van de afwijking op het verbod zullen worden vastgesteld bij koninklijk besluit na overleg in de Ministerraad;
- de verplichting voor alle aanbieders van pakketbezorgdiensten in België om een tijdregistratiesysteem in te stellen en te gebruiken, waarmee de “pakketdistributietijd” wordt geregistreerd van alle bezorgers die voor hun rekening in België pakketten bezorgen; de praktische regeling van die registratie van de pakketbezorgingstijd – die een variant is op de regeling die in België reeds van toepassing is in de vleessector, de bouwsector en de schoonmaaksector – zal worden vastgesteld bij koninklijk besluit na overleg in de Ministerraad;
- de invoering van preventieve maatregelen (coördinator, waakzaamheidsplan) binnen elk bedrijf dat pakketdistributiediensten aanbiedt.
D. Richtlijnen risicoanalyse psychosociale risico’s op het werk
In het Belgisch Staatsblad van 30 juni jl. verscheen een omzendbrief met toepassingsrichtlijnen betreffende de risicoanalyse m.b.t. psychosociale risico’s op het werk.
Deze omzendbrief is gericht tot de federale overheidsdiensten en de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Defensie en de instellingen van openbaar nut die behoren tot het federaal administratief openbaar ambt zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.
Met deze omzendbrief wil men het juridische kader inzake de analyse van psychosociale risico’s op het werk in herinnering brengen alsook een aantal aanbevelingen formuleren voor de uitvoering ervan en voor de toepassing van preventieve maatregelen:
- algemene verplichting voor de werkgever tot het nemen van preventiemaatregelen en jaarlijkse evaluatie ervan
- opname van de psychosociale risico’s uit de RA psychosociale risico’s in het globaal preventieplan
- regelmatig en minstens om de 5 jaar een RA psychosociale risico’s uitvoeren
- hanteren van een wetenschappelijke benadering bij de analyses van de psychosociale risico’s
- verzekeren van de betrokkenheid van de preventieadviseur psychosociale aspecten zowel bij het uitvoeren van de analyse als bij het vaststellen van de preventiemaatregelen
- preventiemaatregelen aanpassen en verbeteracties aannemen in functie van het dynamisch karakter van de risicoanalyse
- opvolging van een aantal elementaire indicatoren vb. het absenteïsme, het percentage geslaagde reïntegratieprocedures, het aantal aanvragen bij de PAPSY of het aantal arbeidsongevallen
- meedelen van de resultaten van de RA pychosociaal aan het CPBW en opvragen van hun advies vragen n.a.v. van de genomen preventiemaatregelen
- meedelen van de resultaten van de RA psychosociaal en de genomen preventiemaatregelen aan de hiërarchische lijn en de werknemers
Bron: Omzendbrief nr. 715 (B.S. 30-6-2023)
E. Inning bijdrage preventie arbeidsongevallen
De ministerraad van 14 juli jl. keurde een voorontwerp van wet en een ontwerp KB goed met betrekking tot de inning van de forfaitaire bijdrage door de verzekeraar bij ondernemingen waar werknemers een onevenredig groot risico lopen op arbeidsongevallen in vergelijking met andere ondernemingen in dezelfde sector. De verzekeraar kent dit bedrag dan toe aan preventie in de betrokken onderneming.
Aangezien bij niet-betaling de verzekeraar weinig kan doen om de bijdrage op te eisen, en er in dat geval geen preventieplan kan opgezet worden binnen de onderneming.
Daarom werd beslist dat voor bedrijven die behoren tot een sector waar de opbrengst van deze bijdrage wordt toegewezen aan een sectoraal fonds met het oog op het opstellen van preventieplannen, het federaal agentschap voor beroepsrisico's, Fedris, zal instaan voor de inning van de bijdrage om preventiemaatregelen te financieren. Fedris kan ook een beroep doen op de FOD Financiën om het bedrag terug te vorderen als de werkgever het niet betaalt.
De ontwerpen worden voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
Bron: news.belgium.be
II. OVERIGE NIEUWSITEMS
A. Glyfosaat: geen kritieke probleemgebieden; hiaten in de gegevens vastgesteld
Glyfosaat is een chemische stof die gebruikt wordt in een aantal onkruidbestrijdingsmiddelen. Het gebruik ervan in Europa is onderworpen aan strenge regelgeving.
Glyfosaat is momenteel goedgekeurd voor gebruik in de EU tot 15 december 2023. De risicobeoordeling door de lidstaten en de daaropvolgende toetsing door de EFSA werd uitgevoerd als onderdeel van het wettelijke proces om de goedkeuring van het gebruik ervan in Europa te verlengen. Zij is gebaseerd op een evaluatie van vele duizenden studies en wetenschappelijke artikelen en bevat ook waardevolle input die is verzameld tijdens de openbare raadpleging.
Bij deze risicobeoordeling van het effect van glyfosaat op de gezondheid van mens, dier en milieu, uitgevoerd door autoriteiten in vier lidstaten (die gezamenlijk optreden als "rapporterende lidstaten"), zijn geen kritieke punten van zorg vastgesteld. Een punt van zorg wordt gedefinieerd als kritiek als het van invloed is op alle voorgestelde toepassingen van de werkzame stof die wordt beoordeeld (bijv. toepassingen vóór het zaaien, toepassingen na de oogst, enz.) waardoor goedkeuring of verlenging niet mogelijk is.
In 2022 heeft het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) een gevarenbeoordeling van glyfosaat uitgevoerd en geconcludeerd dat het niet voldeed aan de wetenschappelijke criteria om te worden geclassificeerd als kankerverwekkende, mutagene of voor de voortplanting giftige stof. De EFSA heeft de gevarenclassificatie van ECHA gebruikt voor de EU-risicobeoordeling van glyfosaat.
Een aantal kwesties konden niet worden afgerond waaronder de beoordeling van een van de onzuiverheden in glyfosaat, de beoordeling van het risico voor de consument via de voeding en de beoordeling van de risico's voor waterplanten.
Ook is er onder andere een gebrek aan informatie over de toxiciteit van een van de componenten in de ter beoordeling ingediende pesticideformulering op basis van glyfosaat, die nodig is om de risicobeoordeling van de formulering voor representatieve toepassingen af te ronden. Voor deze formulering waren er geen aanwijzingen voor acute toxiciteit en genotoxiciteit.
Met betrekking tot biodiversiteit erkenden de experts dat de risico's van representatieve toepassingen van glyfosaat complex zijn en afhangen van meerdere factoren. Ze merkten ook op dat er een gebrek is aan geharmoniseerde methodologieën en overeengekomen specifieke beschermingsdoelen. In het algemeen kunnen op basis van de beschikbare informatie geen harde conclusies worden getrokken over dit aspect van de risicobeoordeling en kunnen risicobeheerders risicobeperkende maatregelen overwegen.
Met betrekking tot ecotoxicologie maakte het gegevenspakket een conservatieve aanpak van de risicobeoordeling mogelijk, waarbij voor 12 van de 23 voorgestelde toepassingen van glyfosaat een hoog langetermijnrisico voor zoogdieren werd vastgesteld.
Deze conclusies van de EFSA werden overgemaakt aan de Europese Commissie en de lidstaten om hen te informeren over de beslissing die zij zullen nemen over het al dan niet handhaven van glyfosaat op de EU-lijst van goedgekeurde werkzame stoffen in bestrijdingsmiddelen. Zij zullen naar verwachting eind juli 2023 worden gepubliceerd en de achtergronddocumenten, die enkele duizenden pagina's beslaan, zullen naar verwachting tussen eind augustus en medio oktober 2023 worden gepubliceerd.
Bron : EFSA (European Food Safety Authority)
B. Ongevalsprofielen elektrische steps
Vias institute analyseerde 100 pv’s van ongevallen met een e-step met gewonden die in Brussel gebeurden in 2020.
Uit deze analyse wordt geconcludeerd dat de meest voorkomende ongevallen met e-steps zijn:
- ongevallen op een kruispunt waarbij
- e-steps geraakt worden door een auto die bij het indraaien de e-step niet opmerkt
- een e-step en auto elkaar kruisen en een van beide partijen geen voorrang verleent
- ongevallen zonder tegenpartij door externe factoren (vb. het blijven steken van de wielen van de e-step in een rioolput of een put) of door het gedrag van de gebruiker van de e-step (drugs of drank)
- ongevallen op een zebrapad na het oversteken van het voetpad op het zebrapad
- aanrijdingen tussen gebruikers van een e-step en voetgangers en fietsers o.w.v. hoge snelheid en/of verlies van controle
- het vallen ten gevolge van het openzwaaien van een portier van een geparkeerde wagen of het weg- of oprijden van een parkeerplaats door een wagen
Er worden aan aantal aanbevelingen geformuleerd om het aantal ongevallen met e-steps zoveel mogelijk te beperken:
- bestuurders informeren over de regelgeving
- bestuurders van e-steps sensibiliseren over de gevaren van bepaald rijgedrag (vb. rijden onder invloed of rijden op het trottoir)
- bestuurders van gemotoriseerde voertuigen bewust maken over de gevaren van het plots afdraaien of openzwaaien van het portier
- politiecontrole op het naleven van het regels (alcohol, snelheid, …)
- helm verplicht maken
- het invoeren van extra minimumvereisten op technisch vlak (vb. grotere wielen)
Tegelijkertijd brengt Vias ook nog eens de wijzigingen in de regelgeving onder de aandacht, die een jaar geleden werden ingevoerd. De belangrijkste wijzigingen werden opgenomen in een animatiefilmpje.
Bron: Vias institute
C. Tweede maand ziekte betaald door werkgever
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke wil dat de werkgever ook een tweede maand gewaarborgd loon uitbetaalt aan een zieke werknemer zodat het ziekenfonds pas vanaf de derde maand ziekte zou moeten tussenkomen voor een vervangingsinkomen. Momenteel hebben werknemers die ziek worden recht op 1 maand gewaarborgd inkomen, voor bedienden volledig betaald door de werkgever, voor arbeiders voor het grootste deel betaald door de werkgever.
Dit zou voordelig zijn voor werkgevers die weinig langdurig zieken hebben.
Het geld dat hierdoor vrijkomt, wenst hij te gebruiken om de werkgeversbijdragen te verminderen en ook, in mindere mate, de bedrijven aan te moedigen om langdurig zieke werknemers terug aan het werk te zetten.
Bronnen:
- vrtnws
- de standaard
D. Actieplan tegen agressie op bussen en trams De Lijn
In navolging van een rondetafelgesprek tussen Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters, de Directeur-generaal van De Lijn Ann Schoubs, de minister van Justitie Vincent Van Quickenborne en de minister van Binnenlandse zaken Annelies Verlinden, lanceren voormelde ministers het actieplan “Stop agressie”, waarmee ze een integrale aanpak tegen agressie tegenover chauffeurs en controleurs van De Lijn en haar exploitanten voorstellen.
Het gesprek mondde uit in een 10-puntenplan dat steunt op preventie, handhaving en vervolging:
“Preventie
Actie 1: Alle bussen van De Lijn worden uitgerust met afgesloten stuurposten.
Actie 2: Aanwerven van 67 extra lijncontroleurs die ingezet zullen worden in functie van veiligheidsverhoging en controle op zwartrijden.
Actie 3: Extra ondersteuning en opleidingen van chauffeurs en controleurs. Herkenbaarheid van lijncontroleurs verhogen.
Actie 4: Versterkte samenwerking via ‘protocol veilig op de weg’ dat in 2011 werd getekend tussen de vier openbare vervoersmaatschappijen met als doel de verschillende veiligheids- en/of preventiediensten nauwer te laten samenwerken.
Actie 5: Gebruik en uitwisseling van camerabeelden verder optimaliseren.
Handhaving en aanpak op incidenten op het terrein
Actie 6: Versterkte samenwerking tussen De Lijn en de Politie met mogelijkheid tot digitale aangifte voor De Lijn en exploitanten.
Actie 7: Busverbod - maatregel bestuurlijke overheid.
Vervolging
Actie 8: Strafverzwaring bij geweld tegen personen met een maatschappelijke functie.
Actie 9: Provinciaal overleg tussen De Lijn, Politie en Openbaar Ministerie inzake toezicht, opsporing en vervolging.
Actie 10: Lijncontroleurs worden mee opgenomen in de federale werkgroep bodycams.”
Bron: lydiapeeters.be
Zie ook
- nieuwsoverzicht week 9, punten B. Agressie tegen spoorwegpersoneel – campagne NMBS en C. Agressie tegen brandweerlieden en ambulanciers – omzendbrief
- handboek “Agressiewijs. Gids voor agressie op het werk” (Ellen Delvaux en Ineke Van den Zegel)
III. RECENT TOEGEVOEGD
Op regelmatige basis worden praktijkdocumenten toegevoegd aan INNIwise. Deze week toegevoegd:
- Vraag aan de experten : Mag een drukker aan een speedmaster 4-kleuren haar functie blijven uitoefenen tijdens haar zwangerschap? (dokter Wim Van Hooste)
- Vraag in de community, beantwoord door expert: Wat met werknemers die zelf hun veiligheidsschoenen wensen aan te kopen om niet-medische redenen? (Febelsafe)