nieuwsoverzicht 3 - 7 februari (wk 6)
Nieuw regeerakkoord: re-integratie van langdurig zieken / Met de fiets naar het werk / Wereldkankerdag / Oude laptops meer dan een veiligheidsrisico
I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING
Deze week zijn er geen nieuwe wetswijzigingen opgenomen in INNIwise.
II. OVERIGE NIEUWSITEMS
A. Nieuw regeerakkoord: re-integratie van langdurig zieken
In 2021 deed het Rekenhof een audit om na te gaan of de toenmalige re-integratietrajecten een positieve invloed hadden op de arbeidsmarkt. Hieruit bleek het effect onvoldoende, waardoor de vorige regering besloot om deze trajecten te hervormen. De afgelopen legislatuur (2020-2024) focusten heel wat adviezen en besluiten op welzijn op het werk. Zo wijzigde in 2022 o.a. de codex voor het welzijn op het werk met de bedoeling om de re-integratie van langdurig zieke werknemers te verbeteren. In 2024 werd een K.B. gepubliceerd in verband met ergonomie en preventie van musculoskeletale aandoeningen (MSA), omdat MSA een grote oorzaak zijn van langdurige afwezigheid. In 2024 publiceerde het Rekenhof een opvolgverslag, waaruit blijkt dat de hervormingen hun slag niet gemist hebben. Uit dit verslag blijkt namelijk dat er een toename is van het aantal deeltijds werkende arbeidsongeschikten ten opzichte van het aantal langdurige arbeidsongeschikte werknemers. Naast de hervormingen is er ook een actievere deelname van de werkgevers, mutualiteiten en erkende arbeidsongeschikten. Ook de nieuwe instrumenten voor opvolging en evaluatie van het beleid droegen hun steentje bij.
Toch blijkt uit cijfers van het RIZIV dat België eind 2023 recordhoogtes bereikte wat langdurige afwezigheid betreft. Een steekproef van Securex in 2024 bevestigt deze aantallen. Met middellange afwezigheid bedoelt men werknemers die een maand tot een jaar afwezig zijn. Met langdurige afwezigheid doelt men op een afwezigheid van langer dan een jaar. Securex maakte een analyse van de loongegevens van 164 000 werknemers in België. Uit deze analyse blijkt dat op een gemiddelde werkdag 2,53% van de werknemers middellang afwezig is. 3,36% van de werknemers is langdurig afwezig. Securex vergeleek deze cijfers met deze uit 2022, waaruit blijkt dat er een stijging is van 10% bij middellange afwezigheid en 7% bij langdurige afwezigheid. Deze stijging doet zich vooral voor bij jongere werknemers en arbeiders. De oorzaak van deze stijging bij jonge werknemers bevindt zich bij het verhoogd risico op burn-out en sedentair gedrag. De jongere generatie maakt meer gebruik van schermtijd en digitale technologieën, waardoor ze minder bewegen dan oudere werknemers. Dit heeft negatieve gevolgen voor hun mentaal en fysiek welzijn. De reden dat arbeiders een hoger absenteïsmecijfer hebben, komt doordat zij vaak minder gevarieerd en fysiek zwaarder werk hebben. Dit zorgt voor fysieke klachten op jonge leeftijd. Ook hun burn-outrisico steeg doorheen de afgelopen jaren. Het afwezigheidscijfer wegens ziekte steeg ook bij bedienden, maar in mindere mate. De oorzaak hiervan bevindt zich opnieuw in de digitalisering, wat leidt tot sedentair gedrag en digitale vermoeidheid.
Intussen hebben we een nieuwe regering en deze wilt langdurig zieken zo snel mogelijk weer aan het werk krijgen. Er is dan ook sprake van een nieuw regeerakkoord. Dit regeerakkoord vertrekt vanuit strengere maatregelen zodat een snellere terugkeer naar de arbeidsmarkt mogelijk is en zo de kosten voor de sociale zekerheid dalen. De regering benadrukt de gedeelde verantwoordelijkheid en benoemt dat alle betrokken partijen toch nog actiever moeten bijdragen aan re-integratie. Er worden o.a. strengere sancties opgelegd voor langdurig zieken wanneer zij onvoldoende meewerken. De mutualiteiten worden dan weer verplicht om arbeidsongeschikten te stimuleren en informeren in verband met re-integratie en strengere controles uit te voeren. Ook werkgevers ontsnappen niet aan de impact van het nieuwe regeerakkoord. Zo zullen zij de eerste twee maanden verplicht worden om 30% van de ziekte-uitkering te betalen. Na 8 weken moet de externe preventiedienst een inschatting maken van het arbeidspotentieel van de afwezige werknemer. Preventieadviseurs zullen een versterkte rol moeten opnemen wat het begeleiden van werkgevers bij het re-integratiebeleid betreft. Zo zal je hulp moeten bieden bij het opstellen van de verplichte re-integratieplannen, risico’s analyseren en tijdig signaleren, en de nodige aanpassingen voorstellen zodat werknemers aan het werk kunnen blijven of zo snel mogelijk kunnen re-integreren. Als preventieadviseur zal je ook moeten inzetten op een samenwerking tussen arbeidsartsen, HR en het sociaal overleg binnen de onderneming. Arbeidsartsen zullen een centralere rol spelen. Er zal een nauwere samenwerking zijn tussen de behandelende arts, de arbeidsarts en het ziekenfonds. Dit zal via een platform verlopen, waardoor de arbeidsarts rechtstreeks informatie krijgt over de arbeidsongeschiktheid van werknemers, waaronder ook de gezondheidsproblematiek. De bedoeling hiervan is om arbeidsgerelateerde aandoeningen snel op te sporen en hierop vroegtijdig in te spelen. Wanneer een werknemer één maand arbeidsongeschikt is, moet de arbeidsarts informatie doorsturen aan de werknemer of deze uitnodigen voor een gesprek. Deze centrale rol brengt echter uitdagingen met zich mee doordat er een structureel tekort aan arbeidsartsen is. Hierdoor zal het periodiek gezondheidstoezicht grondig herzien moeten worden en zal een herverdeling van taken nodig zijn.
De samenwerking tussen preventieadviseurs, werkgevers en arbeidsartsen is essentieel om aanpassingen uit te voeren op de werkplek en zo uitval van werknemers te voorkomen. Preventie, begeleiding en re-integratie zullen dus hand in hand moeten gaan.
Bronnen:
- Securex
- FOD WASO
- Rekenhof
- Attentia
- VRT nws
B. Met de fiets naar het werk
De fiets als vervoersmiddel voor woon-werkverkeer wint meer aan populariteit. In tegenstelling tot 5 jaar geleden wordt er 35% meer gefietst. Deze 35% beperkt zich niet tot werknemers die alleen maar gebruikmaken van de fiets. Heel wat werknemers kiezen namelijk voor een combinatie. Sommigen kiezen voor de fiets bij mooi weer, maar voor de auto bij slechte weersomstandigheden. Anderen kiezen dan weer voor een deel van hun traject, bv. met de fiets naar het station en daar de trein opstappen.
De auto blijft met 78% het populairst, maar de fiets heeft intussen toch een aandeel van 41%. Zowel de auto als de fiets geven werknemers vat op hun pendeltijd, terwijl men op het openbaar vervoer weinig invloed heeft. Vandaar dat het openbaar vervoer een lager aandeel opneemt. Welk vervoersmiddel werknemers kiezen is dus afhankelijk van het aanbod. De stijging wat de keuze van de fiets betreft heeft o.a. te maken met de opkomst van de elektrische fiets waardoor afstanden en tijd beter overbrugbaar zijn. Ook de aanleg van fietsostrades en de optie om via het werk een fiets te leasen stimuleert werknemers om voor de fiets te kiezen. De fietsvergoeding is natuurlijk ook een mooie stimulans. Sinds januari 2025 is deze in heel wat sectoren gestegen.
Meer en meer werkgevers zetten tegenwoordig in op een fietsbeleid om werknemers te stimuleren om voor de fiets te kiezen. Door hier als werkgever op in te zetten, draag je bij aan een vlottere en duurzamere mobiliteit, een lagere CO2-uitstoot en je hebt ook fittere werknemers. Fietsende werknemers zouden namelijk minder ziek en ook productiever zijn.
Door deze stijging moeten we ons natuurlijk afvragen wat de verplichtingen als werkgever zijn in verband met de veiligheid en het welzijn van werknemers wanneer zij de fiets gebruiken voor het woon-werktraject. Denk hierbij aan de arbeidsongevallenverzekering, een fietsenstalling en bewustmakingsacties. We verwijzen je graag naar:
De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) lanceerde alvast hun nieuwe campagne: Jouw snelheid, onze veiligheid. Hierbij focussen ze op het bewaken van de snelheidslimiet om onder andere fietsers in het verkeer veilig te houden.
Bronnen:
- Acerta
- CLB-group
- Fietsersbond
- Beswic
- VSV
C. Wereldkankerdag
Op 4 februari 2025 was het Wereldkankerdag. Op deze dag wordt wereldwijd aandacht gevraagd voor kanker, zowel qua preventie, diagnose als behandeling.
Jaarlijks sterven in Europa meer dan 100 000 werknemers doordat ze op het werk blootgesteld werden aan kankerverwekkende stoffen. Een harde noot om te kraken is dat veel van deze overlijdens voorkomen konden worden. Het zijn vooral werknemers in sectoren zoals de industrie, landbouw, bouw en gezondheidszorg die het risico lopen om langdurig te worden blootgesteld aan deze schadelijke stoffen. We denken o.a. aan asbest, benzeen en ultraviolette straling. Asbest wordt vaak gebruikt in isolatiematerialen en kan leiden tot longkanker. Benzeen komt voor in brandstoffen en oplosmiddelen en staat in verband met leukemie. UV-straling kan dan weer tot huidkanker leiden. Volgens een samenvattend rapport van EU-OSHA zijn er 24 risicofactoren voor kanker en is beroepsgerelateerde kanker één van de grootste gezondheidsproblemen op het werk in Europa.
Blootstelling aan deze stoffen varieert naargelang de werkomstandigheden, maar ook de demografische gegevens. In hoeverre deze stoffen op de werkplek een risico vormen hangt af van de aard, het niveau en de duur van de blootstelling en ook de individuele vatbaarheid.
Als werkgever is het dus belangrijk om de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen zoveel mogelijk te minimaliseren door de nodige veiligheids- en gezondheidsmaatregelen te treffen. Dit kan je doen aan de hand van het STOP-principe: Substitutie – Technische maatregelen – Organisatorische maatregelen – Persoonlijke bescherming. Met substitutie bedoelt men om zoveel mogelijk schadelijke stoffen te vermijden of te vervangen. Technische maatregelen kunnen bijvoorbeeld ventilatie of afzuiging zijn. Bij organisatorische maatregelen denkt men meer aan het beperken van de arbeidstijd waarin een werknemer wordt blootgesteld en het opleiden van werknemers. Handschoenen en ademhalingsbescherming zorgen dan weer voor persoonlijke bescherming.
Door het gevaar van deze stoffen te begrijpen en proactieve maatregelen toe te passen, kan het aantal beroepsgerelateerde kankers teruggedrongen worden.
Bronnen:
- EU-OSHA
- Beswic
D. Oude laptops meer dan een veiligheidsrisico
Cyberveiligheid is een hot item, maar wat we vaak over het hoofd zien is dat oude bedrijfsapparatuur ook een veiligheidsrisico kan vormen. Digitale apparaten beschikken namelijk over een opslagruimte, zoals een harde schijf bij een laptop. Bij de meeste apparaten is dit vanzelfsprekend, maar ook printers en camera’s kunnen opslagruimte hebben en daardoor bedrijfsgevoelige informatie opslaan. Wanneer je oude apparaten afvoert, is het dus belangrijk om deze gevoelige informatie te verwijderen.
Voor sommige apparaten, zoals een telefoon of tablet, is het voldoende om deze terug te zetten naar de fabrieksinstellingen. Vaak is dit onvoldoende, net als een gewone verwijdering of formatering. In veel gevallen kan de informatie dan nog hersteld worden. Intussen bestaan er ook heel wat (gratis) tools of methoden om informatie te wissen of in die mate te overschrijven zodat het onmogelijk wordt om oude bestanden terug te halen. Toch geeft dit nog steeds geen zekerheid. Je kan ervoor kiezen om data te versleutelen, zodat deze niet meer toegankelijk is voor buitenstaanders of je kan gespecialiseerde bedrijven inschakelen die de opslag professioneel vernietigen. Deze bedrijven leveren dan ook een certificaat af.
Een minder bekende mogelijkheid is om oude laptops te doneren aan Digital for Youth. Dit is een Belgische vzw die zoveel mogelijk afgeschreven bedrijfslaptops verzamelt en opknapt met als doel de digitale kloof voor kinderen en jongeren te verkleinen. 20% van de Belgische kinderen leeft namelijk in armoede, waardoor de toegang tot een laptop miniem is. Dit zorgt ervoor dat deze kinderen en jongeren kansen missen tijdens hun schoolloopbaan en later op de arbeidsmarkt. Digital for Youth werkt samen met een gecertificeerde partner die ervoor zorgt dat alle bedrijfsdata van de laptops gewist en vernietigd wordt. Naast laptops kan je ook ander IT-materiaal doneren, zoals smartphones, printers, schermen, … Wanneer bepaalde IT-materialen toch niet meer herbruikbaar zouden zijn, worden deze omgezet tot grondstoffen. Door projecten zoals Digital for Youth te steunen, heb je als bedrijf impact op de circulaire economie en toekomstige werknemers. Daarnaast streef je de steeds strenger wordende wetgeving na en je minimaliseert mogelijke datalekken door vergeten hardware.
Bronnen:
- HR magazine
- Digital for Youth
- Digital Trust Center
Op 11 februari 2025 is het Safer Internet Day. Meer informatie vind je in deze blog. We verwijzen ook graag naar onze toelichting in verband met cyberveiligheid – NIS2.
We publiceerden een toelichting in verband met de structuur van de interne preventiedienst. Deze is namelijk afhankelijk van de structuur van de organisatie.
Wanneer we werken met derden zijn er specifieke regels wat betreft de welzijnswetgeving. In het webinar ‘The third man’ op 20 februari 2025 gaat expert Chris Persyn hier verder op in.
