EDPBW: overzicht minimumtarieven voor externe preventiediensten
Op 1 januari 2016 trad de nieuwe tariveringsregelgeving van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk in werking. Met deze nieuwe regeling wou de wetgever het verouderde financieringssysteem van externe diensten actualiseren.
Voor elke werknemer betaalt u dezelfde minimumbijdrage, ongeacht of hij onderworpen is aan gezondheidstoezicht of niet.
Door het hanteren van 5 tariefgroepen is die minimumbijdrage niet hetzelfde voor elk bedrijf. Bij het bepalen van het bedrag per organisatie houdt de wetgever rekening met de volgende criteria:
- de hoofdactiviteit van de organisatie (via de NACE-code)
- het aantal werknemers van de organisatie
Voor elke werknemer betaalt u een minimale forfaitaire bijdrage als uw werknemer voor een volledig kalenderjaar is ingeschreven via Dimona.
Voor werknemers die geen volledig kalenderjaar geregistreerd zijn, betaalt u voor elke geregistreerde maand 1/12e van de forfaitaire bijdrage. U betaalt toch het volledig jaartarief als uw externe dienst aan een medewerker al een individuele dienst verleende.
Overzicht minimumtarieven
De werkgevers worden ingedeeld op basis van hun hoofdactiviteit en hun grootte: er zijn vijf tarieven voor bedrijven met meer dan 5 werknemers, en vijf verlaagde tarieven voor bedrijven met 5 of minder werknemers (Art. II.3-15, § 1 en § 2 van de codex).
De minimumtarieven van de externe diensten zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Zij worden elk jaar op 1 januari aangepast bij overschrijding van de spilindex voor het volledige lopende jaar.
redactie INNI
Lees ook
29/05/20
Hoe concreet moet de motivering van het voornemen tot ontslag van een preventieadviseur zijn?
12/06/24
Sociale verkiezingen afgerond, en nu?
21/10/24
Deadline JAP: 1 november 2024
23/12/21