Psychosociaal welzijn: werk en privé

Wat psychosociaal welzijn betreft bekijken we de Welzijnswet van 4 augustus 1996. Deze wet specifieert psychosociaal welzijn op het werk en legt ook de nodige preventiemaatregelen op. Hierover publiceerden we recent nog deze toelichting. Het is echter belangrijk om deze materie in een breder kader te bekijken en dus ook te durven kijken naar de invloed van de thuissituatie op het werk. Vaak willen we de privacy van medewerkers respecteren of durven we er niet goed naar te vragen, terwijl het duidelijk is dat er wat speelt. Begrijpelijk, maar op deze manier missen we kansen om medewerkers die het mentaal moeilijk hebben te ondersteunen. Zelfs wanneer het om privéproblemen gaat, kan je waardevolle ondersteuning bieden!

Door hiervoor aandacht te hebben, voelen medewerkers zich in eerste instantie gesteund en begrepen en zullen ze op het werk sneller in gesprek durven gaan. Geef dus zeker de aanzet tot een gesprek. Wanneer je merkt dat de betrokken medewerker dit ontloopt, kan je eventueel naaste collega’s, HR of de vertrouwenspersoon aanspreken om de drempel te verlagen. Tijdens een gesprek kan je samen bekijken hoe je de medewerker kan ondersteunen in de moeilijke situatie en zo mogelijke uitval vermijden. Zo kan het bijvoorbeeld helpen om praktische beslommeringen uit handen te nemen. Wie weet zorgt het tijdelijk aanpassen van werkuren, werkregime of bepaalde taken wel voor de nodige ademruimte. Door inzicht te hebben in wat speelt bij je medewerkers kan je dus beter met hen omgaan en inspelen op hun noden. Hierdoor verminder je o.a. ook het risico op stress en burn-out, verhoog je de motivatie van het team en voorkom je conflicten of grensoverschrijdend gedrag.

Als je echter merkt dat de problemen te ernstig zijn of jij niet de gepaste steun kan bieden, verwijs medewerkers dan zeker door. Je kan een bezoek aan de arbeidsarts voorstellen of hen doorverwijzen naar (psychosociale) hulpverleners in de buurt. Toets ook af of ze privé over een ondersteunend netwerk beschikken. Zo niet, is het zeker aangeraden om medewerkers aan te moedigen om zich goed te laten omringen door professionele hulp.

Na dit gesprek en het eventueel doorvoeren van de afgesproken maatregelen, is het belangrijk om de medewerker niet volledig los te laten. Vraag in de periode die volgt regelmatig hoe het gaat met de medewerker, dit kan tijdens een formeel of informeel gesprek. Zo blijf je op de hoogte van de situatie en kan je hierop weer anticiperen en de nodige steun bieden.

We raden aan om van deze aanpak een vastgelegde procedure te maken: een psychosociaal welzijnsbeleid. Zo kent iedereen zijn verantwoordelijkheid en is ook duidelijk wat in welke situatie dient te gebeuren. Zorg ervoor dat deze procedure makkelijk te raadplegen is en dat iedereen deze kent. Door samen oog te hebben voor ieders welzijn, komen we een heel eind.

Bronnen:

• Mensura

• Securex

• FOD WASO