Ventileren van binnenruimtes in tijden van COVID-19
Wonen, werken en studeren in ruime en goed geventileerde ruimtes is een basisbehoefte voor ieder van ons.
Wanneer teveel mensen samenzitten (bijvoorbeeld kantoor- of leslokalen, kinderopvangvoorzieningen, wachtruimtes in ziekenhuizen,…) dan kan de concentratie koolstofdioxide CO2 (te) hoog oplopen.
CO2 wordt uitgeademd door mensen en dieren, maar komt ook vrij bij verbranding van gassen. Een te hoge CO2-concentratie geeft een indicatie van een globale verontreiniging van de lucht. Wanneer de CO2-concentratie toeneemt in de binnenlucht, verslapt de aandacht en daalt de productiviteit.
De huidige regelgeving is op dat vlak duidelijk. Sinds 1 januari 2020 stelt een nieuw KB [1] dat de CO2-concentratie in “werklokalen” altijd lager moet zijn dan 900 ppm (parts per million) en een minimum ventilatiedebiet van 40 m3 per aanwezige, beide tijdens 95% van de werktijd. Voordien was dit nog 1200 ppm. Dit KB geldt onmiddellijk voor nieuwbouw. Voor bestaande gebouwen is er een actieplan vereist om zich stelselmatig in regel te stellen.
Ter info: verse buitenlucht heeft een concentratie van zo’n 400 ppm. In klaslokalen of kantoorruimtes zonder ventilatiesysteem loopt die waarde al snel op tot 2.000 ppm en zelfs hoger. Hetzelfde geldt trouwens wanneer je thuis veel volk over de vloer krijgt.
Naast gecontroleerde ventilatie is het belangrijk om te kunnen inspelen op uitzonderlijke situaties die een verhoogde luchtvervuiling veroorzaken: een hogere bezetting, schilderwerken of nieuw meubilair. Het openen van ramen is een eenvoudige maatregel. Volgens het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse Regering is het voorzien van opengaande ramen trouwens een voorwaarde voor projecten die VIPA-investeringssubsidies willen bekomen (VIPA-criterium 1.3).
De behoefte aan extra verluchting is sinds kort geen overbodige luxe vanwege het circulerende COVID-19-virus. Hoe meer de lucht in binnenruimtes ververst wordt, des te meer het aanwezige virusdruppeltjes verdund worden en des te kleiner de kans om besmetting.
Maar hoe vindt u een evenwicht tussen luchtverversing en het zoeken naar verkoeling bij zomerse temperaturen? Hierna volgt een overzicht van veelgebruikte luchtverversingssystemen.
VENTILATOREN
Het gebruik van een ventilator is een goedkope en eenvoudige manier om binnen voor wat verkoeling te zorgen. Maar jammer genoeg is het ook een efficiënte manier om eventueel aanwezige virussen te verspreiden in een ruimte. Dus in lokalen waar meerdere personen aanwezig zijn, is het gebruik van een ventilator niet aan te raden. Als men alleen in een ruimte zit, dan speelt dit risico uiteraard minder mee.
VENTILATIE OF LUCHTVERVERSING
Bij ventilatie wordt verontreinigde lucht in een ruimte vervangen door zuivere lucht. Dit kan op een natuurlijke of mechanische manier gebeuren. Bij maximale ventilatie – met een afvoer van gebruikte lucht en een toevoer van verse (buiten)lucht – kan men de verspreiding van het COVID-19- het efficiëntst aanpakken. Let op dat hierbij geen recirculatie van lucht ingesteld wordt en onderhoudt regelmatig het ventilatiesysteem. Het is dus niet nodig om in de huidige pandemie filters vroegtijdig te vervangen of luchtkanalen extra te laten reinigen.
AIRCONDITIONING
Voor airconditioning gelden dezelfde spelregels als voor ‘gewone’ verluchtingssystemen. Ze zullen het virus niet verspreiden, op voorwaarde dat ze enkel op buitenlucht draaien. Ook hier is recirculatie van lucht dus uit den boze. En het heeft geen zin om de vochtigheids- of temperatuurinstellingen aan te passen. Uit wetenschappelijke studies is immers gebleken dat het COVID-19-virus pas minder gevaarlijk wordt bij een relatieve vochtigheid van meer dan 80% en een temperatuur boven de 30°C. Maar op dergelijke binnenklimaatomstandigheden zit niemand te wachten.
SAMENGEVAT
Veiligheid in binnenruimtes moet altijd primeren op het thermisch comfort. Een slim gebruik van ventilatie- en airconditioningssystemen kan beide doelstellingen met elkaar verzoenen.
Is er geen actieve ventilatie aanwezig? Dan worden lokalen het best verlucht door het regelmatig openen van ramen of via het gebruik van verluchtingsroosters. Professor Van Ranst adviseert het plaatsen van een CO2-meter. Ze meten de luchtverversing in de ruimte en helpen ook om de luchtkwaliteit in gebouwen op volgen.
[1] Het KB 2 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk inzake de binnen luchtkwaliteit in werklokalen (ventilatie), art. III.1-34 en art. III.1-36.
redactie INNI
Lees ook
09/09/20
Hoe omgaan met contractoren en (onder)aannemers in COVID-19-tijden?
23/07/20
Omgaan in de bedrijfsorganisatie met de corona-noodsituatie en situationeel bewustzijn
26/11/21
Herinvoering van verplicht telewerk en terugkeermomenten op vrijwillige basis
17/04/20